Island of Lost Souls
Door: Ronnie en Eric
Blijf op de hoogte en volg Ronnie en Eric
07 November 2018 | Mauritius, Port Louis
De laatste ochtend aan het idyllische strand van Hotel Bellevue. De vissers zijn nog vroeger op zee dan de vorige dagen, wij draaien ons echter nog een keer om, we hebben het allemaal al uitgebreid gezien. Bovendien hadden we weer een wat ongemakkelijk nacht: Ronnie wilde het liefst alle muggen op de wereld uitroeien, maar in ieder geval die op onze kamer, binnen en buiten de klamboe, terwijl ik weer regelmatig op het toilet te vinden was.
Een mogelijke reden dat de vissers zo vroeg aan de slag zijn, zou kunnen zijn dat het windstil is en ze moeten roeien om op hun stekje te komen. Daar gaat natuurlijk meer tijd in zitten. Wij laten ze begaan, komen pas laat (voor ons doen) uit ons huisje en na een beetje lezen en douchen gaan we richting het restaurant om ons ontbijt te verorberen. Daarna weer relaxt in onze stoeltjes voor het huisje zitten lezen. Bij de binnenkomst van de vissers kunnen we het toch niet laten om ons onder hen te begeven en foto's en video's te schieten. Wel proberen we zo veel mogelijk de dikke blanke toeristen buiten beeld te houden.
De groepsapp wordt ondertussen goed gevuld met mooie en grappige foto's van alles en iedereen. Dat merken we tijdens de lunch wel. Gelukkig hebben we ook nog tijd om onze spaghetti op te eten. Na alles te hebben betaald, een rekening van 567.000 ariary, iets meer dan 140 euro voor twee personen over drie dagen, plus nog 50.000 voor de lunch van vanmiddag nemen we plaats in twee taxibusjes en worden we uitgezwaaid door de manager en zijn vrouw. Zij hopen natuurlijk dat Djoser vaker van hun hotel gebruik gaat maken, en wij kunnen Djoser dat van harte aanbevelen. Via Ifaty rijden we naar het vliegveld van Tulear. Onderweg komen we langs een bushalte waar standaard chaos heerst. Allerlei busjes in diverse soorten en maten en staten, en pousse-pousse fietsjes staan er kris-kras door elkaar. Hoe men rijdt is sowieso al losjes gebaseerd op verkeersregels maar hier werkt het blijkbaar.
Op het vliegveld is het niet erg druk, maar er staat ook maar één vlucht gepland, om 10 voor 4, en de rij wachtenden vordert maar langzaam. Er is echter tijd genoeg. Onze bagage wordt ingecheckt, sommige stukken zijn best zwaar, ook de handbagage moet op de weegschaal en Ronnies fototas is ver over de limiet van 5 kilo. Dat is echter zo opgelost door een aantal lenzen en de laptop bij andere, al gewogen tassen in te stoppen. Ik vraag me af of je daar op Schiphol mee weg zou komen. Achter de balie staat trouwens een prachtig oud houten bord waarop de vluchtgegevens voor vandaag met de hand zijn ingevuld. Daar zou ik wel een foto van willen maken. Voor de binnenlandse vlucht zijn er geen röntgenscanners, er is hooguit iemand die even vluchtig naar je handbagage kijkt.
We lopen naar het vliegtuig, dat redelijk op schema vertrekt. Veel tijd om te lezen heb ik niet, binnen een uur staan we weer op het asfalt van Antananarivo Airport. Dat kennen we inmiddels. Er staat weer een busje voor ons klaar, op dezelfde plek. Dit busje heeft aardig wat beenruimte. De rit naar het hotel lijkt vlot te verlopen, maar we belanden al snel in de drukte op de overvolle straten van de stad. Het vele stilstaan geeft ons wel de mogelijkheid wat plaatjes te schieten. Ongeveer anderhalf uur later arriveren we bij het hotel en krijgen we behalve de sleutel ook het praatje van Wilfred over de plannen voor morgen. Dan kunnen we gaan eten. Tenminste, dat denken we. Het restaurant zit niet vol, maar de lege tafeltjes zijn gereserveerd. We zijn om half acht in het restaurant binnengestapt en kunnen rond halftien pas eten. Terwijl anderen binnen de groep wel direct een plaatsje hebben bemachtigd. Nog heel even This Is Africa...
Donderdag 1 november
Er is er (alweer) een jarig, hoera, hoera. Bij het vertrek voor de stadswandeling komt Wilfred bij de receptie en wordt door ons toegezongen vanwege zijn verjaardag, de tweede persoon binnen de groep die jarig is tijdens deze vakantie. Onze stadsgids heeft een plan uitgedacht maar dat wordt door Wilfred aangepast. In plaats van een bezoekje aan het koninklijk paleis lopen we door de straten van Tana, van het hotel naar een hoger deel van de stad. Eerst valt het uitzicht wat tegen vanwege de smog en de elektriciteitskabels, maar bij een kerk aangekomen hebben we toch een beter zicht over weidse hoofdstad die zich uitstrekt over meerdere heuvels en dalen. Van de 22 miljoen inwoners in Madagaskar leven er 3 miljoen in Antananarivo. Niet iedereen kan de gids goed verstaan en sommigen doen niet eens de moeite. De wandelroute biedt ons een echter een inkijkje in het dagelijks leven, vaak tussen huisvuil, slapende honden, op drukke marktjes, maar ook in mooie parkjes. Het is een gemixt geheel.
Aan het eind van de wandeltocht worden we zoals zo vaak aangespoord door straatverkopers om hun spullen te kopen. Ronnie koopt een muziekinstrument van bamboehout met snaren en even later zie ik nog een stuk of vijf mensen in onze groep met van die dingen. Ik twijfel nog, heb van verschillende landen muziekinstrumenten thuis staan en doe er niets mee. Maar aan de andere kant, het is best wel een mooi ding en het geluid is ook goed. Een verkoper loopt vijf minuten met mij mee, en terwijl ik nee blijf zeggen, gooit hij de prijs steeds iets omlaag. Zo gaat hij van 60.000 ariary's naar 30.000. Ik doe alsnog een bod van 25.000 en hij gaat akkoord. Slechts zes euro armer en een snaarinstrument rijker loop ik het hotel weer binnen.
Uiterlijk half twaalf moeten we uitchecken, de tassen gaan weer door de smalle steegjes naar de bus, waar de straatverkopers zich al hebben geïnstalleerd. Er scoort er dankzij Riemie toch weer eentje. Als de bagage op de bus is vastgebonden volgt een vlotte rit naar het vliegveld. Daar willen porters graag onze tassen naar de terminal brengen, maar dat kunnen we ook zelf. We moeten al het geld weer inwisselen, er mag niks mee naar buiten. Toch verdwijnen een paar briefjes in de grote tas. Ronnie koopt nog een grote kameleon (niet een echte natuurlijk).
We lopen naar het vliegtuig dat met een kleine vertraging het luchtruim kiest. De vlucht duurt volgens de captain (en die kan het weten) ongeveer 1 uur en 20 minuten, in plaats van de 1 uur en 45 minuten die op het schema staat. Rond halfacht landen we op Mauritius. Het vliegveld ligt in het zuidoosten, ons hotel in het noordwesten, maar aangezien het hele eiland ongeveer 60 bij 40 km groot is, zijn we na een uur rijden bij ons hotel, Villas Mon Plaisir in Pointe aux Piments. We hebben onderweg nog niks van het eiland gezien omdat het al donker is, wel valt het op dat hier weer veel lichtreclame is van grote banken, verzekeraars en fastfoodketens. Een heel groot contrast met waar we net vandaan komen.
Het hotel ligt aan Royal Road, wat gewichtiger klinkt dan het is, iedere plaats heeft een Royal Road, in de USA heet zoiets Main Street. We worden onthaald door een man met een gitaar die Welcome, welcome zingt. Alle andere gasten in het hotel zijn al klaar met eten, maar er staat nog een buffet voor ons klaar. De man met zijn gitaar zingt nog wat liedjes en dan krijgt Wilfred nog een leuke verrassing: een verjaardagsliedje en een lekkernij, van grote afstand vanuit Nederland geregeld door zijn vriendin. Na het eten krijgen we de sleutels van onze kamers, die zich bijna allemaal aan het zwembad bevinden. Jawel, we hebben een heus zwembad!
Vrijdag 2 november
Met ietsiepietsie ongeduld wacht ik tot de man die het zwembad schoonmaakt zijn werk heeft gedaan. Exact om acht uur stap ik in het heerlijke water. De zon brandt nog niet te fel en het water heeft een lekkere temperatuur. Daarna ontbijt. Ziz checkt bij de man van de glasbodemboot of we 's middags om drie uur mee kunnen, en dat kan. De boot hoort bij het hotel en is inclusief, en dat geldt ook voor de snorkeluitrusting. Dat is alvast geregeld. Dan moeten we nog zien wat we morgen gaan doen en hoe we daar komen. We zouden een auto of twee kunnen huren, maar misschien is een taxibusje voor de dag ook wel mogelijk.
Aan de overkant van de straat is een boekingskantoortje dat wordt gerund door een enthousiaste, maar ietwat aparte man. Hij vindt mijn plan om Black River Gorges en Le Morne te bezoeken wat mager en stelt voor om de Big South route te gaan doen. Daarmee doen we een groot aantal toeristische trekpleisters aan en zijn we van 8.20 uur tot 19.00 uur onderweg. Tijdens het gesprek komt hij met bier en wijn aanzetten en vertelt honderduit over van alles en nog wat. We boeken zijn tour met z'n zessen maar geven aan dat er nog wel drie personen bij kunnen komen. Dat is geen probleem, dat vindt hij juist perfect. Geen wonder, dat levert weer drie keer 1800 roepies (45 euro) op.
Met enige moeite verlaten we het kantoortje en lopen naar een supermarktje annex souvernirshop. Het eerste T-shirt dat ik zie is het shirt dat ik graag wil hebben en het is ook nog eens in mijn maat. Perfect! Ronnie vindt er ook een en daarnaast kopen we een beeldje van een dodo. Dat zijn de souvenirs weer voor deze vakantie. Verder kopen we nog wat flessen water en fris en als de anderen ook zover zijn, lopen we de hele 150 meter terug naar ons resort. Daar vragen we François en Marleen en Wilfred of ze ook mee willen met de trip van morgen. Dat willen ze wel, dus die negen personen zijn snel geregeld.
Verder gaat alles zijn relaxte gangetje, we genieten van de lunch, en het aan het zwembad hangen. Om drie uur vertrekt de glasbodemboot met ongeveer de helft van onze groep. Wie geen snorkelspullen heeft, krijgt die uitgereikt. Het water is hier vrij ondiep, je kunt het koraal zo ongeveer aanraken. We varen via een passage, waar het net even iets dieper is. Op een meter of honderd van de kust gooit de kapitein zijn anker uit, helaas midden tussen het toch al aangetaste koraal. We zien verschillende visjes en ook behoorlijk wat koraal, maar niet zo mooi als we bij eerdere reizen hebben gezien. Naderhand gaan we door met relaxen tot het tijd is voor het diner, dat vandaag vooral curry bevat.
Zaterdag 3 november
Nadat ik Ronnie weer redelijk uit zijn slaap heb gehouden vannacht, ben ik vroeg wakker en ga in het ochtendlicht buiten voor de kamer mijn ietwat achterstallig schrijfwerk doen. Dan heeft Ronnie wat rust en ben ik weer bij met het verslag.
Onze rondrit met de naam Big South, onder leiding van onze gids en chauffeur Mika, begint met een ietwat onverwachte wending. Doordat we inmiddels met zijn elven zijn (Sylvia en Angela hebben zich ook bij hem aangemeld), heeft hij bedacht dat een deel bij hem in de bus meerijdt, en de rest er in zijn auto achteraan rijdt. Daarvoor moet ik dan nog wel even mijn rijbewijs ophalen. Blijkbaar hoef ik geen contract te ondertekenen, want het is Mika's auto. Wilfred waarschuwt nog dat we hier links rijden en dat we steeds naar rechts moeten kijken, en dan gaan we ervandoor. Via landelijke weggetjes rijden we naar Port Louis, de hoofdstad. Hier wonen 300.000 mensen, en het lijkt alsof die allemaal door de smalle straten en steegjes heen moeten. Heel veel wegbewijzering zien we niet, het is maar goed dat de gids voorop rijdt.
De eerste stop is een hindoetempel, waar we nadat we onze schoenen hebben uitgedaan naar binnen mogen. Even later karren we verder naar Fort Adelaide, een vesting die is gebouwd tussen 1830 en 1840. Vanaf hier hebben we een mooi uitzicht over de stad. Dick neemt het stuur van me over zodat ik vanmiddag weer verder kan rijden als de rest een biertje op heeft. In de bus hoor ik hoe beroerd de chauffeur/gids rijdt en al snel ervaar ik dat ook. Het lukt hem evenwel ons naar Le Port in Vacoas te brengen, waar modelschepen worden gebouwd en arbeiders minuscule onderdeeltjes maken en op de schepen plakken. Wat een werk! Ronnie ziet een kans weer een nieuwe schip te kopen en zijn oog is gevallen op het fictieve schip The Black Pearl uit Pirates of the Caribbean. Hij krijgt nog iets van de prijs af en het wordt heel vakkundig voor hem ingepakt, maar hij vraag zich wel af hoe hij dit in de handbagage meekrijgt. Hierna bezoeken we een oude vulkaankrater binnen de grenzen van het plaatsje Trou aux Cerfs.
Eenmaal de stad uit komen we langs twee 33-meter hoge hindoebeelden en bezoeken we nog een tempel aan een meertje. We beginnen trek te krijgen en Mika belooft ons dat we na de volgende bezienswaardigheid, het Gorges View point - met de onvermijdelijke souvenirstalletjes - ergens gaan eten. Er is plek in het restaurant, maar het eten laat nog een uurtje op zich wachten. Snel verder naar Chamarel, waar we een mooie waterval zien en een plek die Seven Colours Earth heet. Het hoge metaalgehalte in de oude lavastromen zorgt ervoor dat hier niets groeit en de verschillende metalen zorgen voor verschillende kleuren grond. In het juiste licht ziet dat er prachtig uit. Men houdt hier ook een paar grote schildpadden.
Mika heeft onze wens om naar Le Morne te gaan in zijn schema ingepast. Hier hebben volgens de geschiedenisboekjes gevluchte slaven zich van de berg gestort omdat de politie ze kwam zoeken. Die wilden echter aangeven dat de slavernij was afgeschaft. We hebben nog net tijd voor enkele stops aan de zuidkust, waar de lokale bevolking het weekend op het strand viert en daar de nacht doorbrengt. Een van de aardige dingen aan Mauritius is dat ieder strand er weer anders uitziet. We besluiten onze tour met drankjes bij Gris-Gris, waar een stevige branding de golven stukslaat op de rotsen. Vervolgens moeten we het hele eind naar ons hotel in het donker afleggen. Daar genieten we van het barbecue buffet.
Zondag 4 november
We kunnen uitslapen, maar mij lukte het zelfs al niet om in slaap te komen. Dat heeft te maken met het feit dat we gisteren zijn begonnen met de voorbereidingen voor het laatste avondmaal tijdens deze reis. Die gaat morgenavond plaatsvinden, maar als ik een idee in mijn hoofd heb voor een speech, dan wil ik dat ook uitwerken, iedere gedachte die dan in mij opkomt, moet ik opschrijven anders ben ik hem geheid kwijt. We ontbijten rond 8 uur, terwijl we pas tegen half elf door Ronnies ex-buren Keith en Marja worden opgehaald. Dat geeft niet, kunnen we het lekker rustig aan doen. Een groepje van zes gaat weer met Mika op stap, Ziz, Kathryn en Claudia gaan in een gehuurde auto naar Port Louis, Herman en Chris gaan er ook met hun gehuurde auto vandoor en Ignace, Brigitte en Aissa blijven bij het zwembad. Voor ieder weer wat wils dus, vandaag.
Keith en Marja nemen ons mee naar het noorden, we stoppen bij een paar stranden, onder andere in Trou Aux Biches, Grand Baie en Cap Malheureux. In deze laatste plaats staat een kerkje met een rood dak en een klok ernaast. Binnen ziet het er simpel maar stijlvol uit. Aangezien onze gastheer en -vrouw willen laten zien dat Mauritius niet alleen om witte zandstranden draait, rijden we het binnenland in, langs suikerrietvelden naar Chateau de Labourdonnais. Dat is een oude Franse suikerrietplantage, waarvan de mooie statige woning is opengesteld voor het publiek. Het heeft veel weg van de plantagewoning die we in Savannah, Georgia in de USA hebben bezocht. Hier lunchen we en worden we uitstekend bediend, alles wordt supernetjes voor ons neergezet en opgeschept. Tussen nog meer suikerriet door rijden we naar Pamplemousses. Hier bevindt zich een grote botanische tuin, met een nog omvangrijkere naam: de Sir Seewoosagur Ramgoolam Botanic Garden. We maken een rondje door de tuin langs vele verschillende bomen en planten, waarvan een deel door bekende wereldburgers als Kofi Annan en Nelson Madela is geplant. Ook zien we twee lelievijvers en vlak voor het verlaten van het park ook een heleboel vleermuizen hoog in de bomen hangen.
Tegen vier uur nemen we op het strand voor ons hotel, nadat Ronnie nog een foto van ons vieren heeft gemaakt met de zelfontspanner, afscheid van Keith en Marja. We zouden Marja morgen nog thuis kunnen opzoeken, maar dan moeten we een auto huren en het is onze laatste dag op het eiland, dus een beetje relaxen is ook wel lekker. Binnen treffen we enkele leden van ons reisgezelschap aan het zwembad. De groep die vandaag ook weer met gids Mika op stap is geweest, maar nu naar het noorden, arriveert enige tijd later, net als twee andere groepjes.
We vullen de tijd tot het avondeten in en om het zwembad. Nadat het eten en de avonturen van deze dag weer rond zijn geweest, komen de groepsleden een voor een langs onze kamer voor een donatie voor reisbegeleider Wilfred. Dit is een Djosertraditie die we graag in ere houden. Daar hoort ook een speech bij en die heb ik inmiddels af.
Maandag 5 november
We hebben niet echt meer iets op het programma staan, en hebben ook niet veel behoefte om nog uitgebreide trips te doen. De enige inspanning die we onszelf nog wel opleggen is een wandeling over het strand naar het zuiden. Al snel blijkt dat het handiger zou zijn geweest om de schoenen en sandalen in het hotel achter te laten. We binden ze maar vast aan de riem, dan hebben we de handen vrij voor de camera's. Want het strand voor ons eigen hotel mag dan wel geen prachtig breed wit zandstrand zijn, de grotere en dure resorts zorgen er wel voor dat ze dat wel aan hun klanten kunnen bieden. Daarnaast hebben ze veelal grote zwembaden, met barretjes en een groot aantal ligstoelen. En die zijn niet voor toevallige voorbijgangers. Ronnie wil van lens wisselen en legt zijn spullen even op een ligstoel, wat voor een ligstoelenagent reden is om vriendelijk toch dringend te verzoeken de ligstoel vrij te maken voor eventuele eigen zonaanbidders. Ronnie gaat rustig door met wisselen en dan kunnen we verder. Na een uur lopen komen we steeds dichterbij Port Louis, maar de stad is toch nog een heel eind weg, te ver voor ons, we moeten om 12 uur uitchecken. We waden door het water terug naar ons hotel.
We zijn ruim op tijd terug en zien in een appje dat onze kamer is uitverkoren om de koffers in op te slaan. Dat scheelt weer gesjouw. Met alle tijd van de wereld verzamelen we ons bij het zwembad. Daar laat Ziz even zien dat hij nog salto's en salto mortales kan. Weer een videootje voor de appgroep. Na de lunch worden we ietwat melig en doen met z'n vieren een typische zijwaartse duik in het zwembad, als waren we cshoonzemmers. Riemie neemt het op, maar dat gaat niet vlekkeloos dus dat doen we nog een paar keer over. Het spontane is er dan natuurlijk wel af, maar het resultaat mag er zijn en is vooral vermakelijk.
Om zes uur schuiven we aan voor ons laatste avondmaal. Wel verdwijnen we nog even van tafel om voor het laatst de zonsondergang vast te leggen. Ik wacht tot iedereen uiteindelijk zit en draag dan de speech voor waarin we onze dank aan Wilfred uitspreken. Het steeds terugkerende thema is zijn stopwoordje blablabla, iets waarvan hij zich niet bewust was. De speech gaat gepaard met een kaartje met bedankjes van iedereen en een envelop met inhoud. Na het eten gaan sommigen zich omkleden omdat het straks frisser is dan we de afgelopen weken gewend waren. De koffers gaan de aanhanger achter onze bus in en iets later dan Wilfred had gehoopt rijden we naar het vliegveld dat aan de andere kant van het eiland ligt. Daar verlopen alle plichtplegingen vlot. Ronnie krijgt een tax refund voor zijn schip en we verzamelen ons in de buurt van de gate.
Het vliegtuig vertrekt ook iets later dan het schema aangeeft. Het zou mooi zijn als de piloten de verloren tijd een beetje kunnen inhalen, want we hebben maar twee uurtjes tijdens de tussenstop op vliegveld Charles de Gaulle in Parijs. Ik hoop tijdens deze nachtvlucht genoeg slaap te kunnen pakken, maar maar mijn buurman snurkt nogal. Weet ik ook hoe Ronnie zich nogal eens voelt. Dan maar een paar films en harde muziek om het snurken te dempen. Van slapen komt heel weinig.
Dinsdag 6 november
Het wordt langzamerhand weer lichter in het vliegtuig, de mensen worden weer een beetje wakker en dat geldt helaas ook voor het kleine meisje achter ons. Ze zet het maar weer eens op een huilen. We krijgen ontbijt en dan is het wachten tot de 11,5 uur vliegen voorbij zijn en we landen op Charles de Gaulle. We hebben hier zoals gezegd twee uur de tijd en dat is bij nader inzien toch ruim voldoende om van het eerste vliegtuig naar het tweede te komen. De enige die een beetje issues heeft met de security is Kathryn, haar hele handbagage wordt uitgepakt. Ronnies Black Pearl krijgt blikken van bewondering van degene die de scanner bedient. Hij telt zelfs het aantal kanonnen dat op het schip staan. Ronnie staat er grijnzend bij.
Maar alles en iedereen mag uiteindelijk toch gewoon door, waarna de laatste vlucht van onze reis met een kleine vertraging richting Schiphol vertrekt. Het weer is ons ook in Nederland goed gezind dus we krijgen een mooi uitzicht op de omgeving van de luchthaven. Er wordt ons bij binnenkomst geen strobreed in de weg gelegd. Bij de bagageband nemen we afscheid van elkaar en beloven we weer contact op te nemen, elkaar misschien nog wel weer bij een volgende reis te treffen. Voor Ronnie en mij begint straks het nawerk, maar ook wel het nagenieten, als we met de fotoboeken en film aan de slag gaan. We nemen dezelfde trein als Wilfred, tot aan Amersfoort, blikken met hem nogmaals terug op deze zeer geslaagde reis en nemen dan voor het laatst afscheid. Om 14.45 pikken onze ouders ons weer op en nemen bij mij thuis de bijzondere momenten in Madagaskar en Mauritius met hen door. Dat zal de komende dagen, bij verschillende gelegenheden op het werk en bij vrienden, nog wel vaker gebeuren...
We willen graag alle medereizigers, François en Marleen, Ignace en Brigitte, Kathryn, Claudia, (Abdella)Ziz en Aissa, Sylvia en Angela, Hillie, Dick en Christa, Herman en Chris, Riemie, en natuurlijk ook onze reisbegeleider Wilfred hartelijk bedanken voor de prachtige reis door beide bijzondere en totaal verschillende landen.
-
07 November 2018 - 11:40
Tiny Medendorp:
Heel mooi en indrukwekkend allemaal !! -
07 November 2018 - 12:32
Sientje Bolt :
weer genoten van jullie prachtige reis
geweldig al mooie foto's,het was weer super. -
07 November 2018 - 12:40
Tresie:
Wat een mooi afsluiting van jullie reis. Bedankt voor het mee mogen genieten van jullie avonturen en mooie plaatjes. Tot volgende maand! Knufs -
07 November 2018 - 14:05
Willy En Annie:
Weer een uitgebreid verslag van een mooie reis met bijpassende foto's.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley