Perfect Day - Reisverslag uit Machalilla, Ecuador van Ronnie en Eric Afman - WaarBenJij.nu Perfect Day - Reisverslag uit Machalilla, Ecuador van Ronnie en Eric Afman - WaarBenJij.nu

Perfect Day

Blijf op de hoogte en volg Ronnie en Eric

22 November 2013 | Ecuador, Machalilla

Zaterdag 16 november

Na twee dagen en drie nachten in Baños (voluit heet het Baños de Agua Santa, ik moet toch nog eens navragen waarom men een plaats Baños noemt, dat betekent wc´s) is het hoog te tijd om door te reizen. Na een vroeg ontbijt vertrekken we naar het zuiden. We zien onderweg een aantal slenken waar de laatste keer de lava naar beneden is gekomen. Dat is echt dichtbij. Als je weet dat de de vulkaan Tungurahua alweer zo´n dertien jaar actief is, kan ik me voorstellen dat dat voor de bewoners best spannend is. Het eerste stuk van de rit gaat naar het noordwesten, via Pelileo, een dorp dat, zoals vaker voorkomt bij de plaatsen die we tegenkomen, een oud en een nieuw deel heeft. Het nieuwe deel is in heel Ecuador bekend om het maken en verkopen van jeans. Namaak jeans, wel te verstaan. Veel goedkoper dan in andere delen van het land. Marc vertelt ons dat een Chinese zakenman hier een begin mee heeft gemaakt, wie zou dat gedacht hebben? Verderop rijden we door Salasaca. In dit dorp dragen de mannelijke indianen zwarte poncho's en zijn de vrouwen druk met wol, wanneer ze maar kunnen. Als we terug kijken richting Baños, hebben we ineens een prachtig uitzicht op de vulkaan Tungurahua. De top is maar heel kort vrij van de wolken, daarna is het net of er een wit tafelkleed overheen ligt. Maar goed, we hebben hem dan toch maar mooi gezien.

Ambato, op 2700 meter hoogte, is de meest commerciële stad na Guayaquil. De stad viert ieder jaar in februari La Fiesta de la Fruta y las Flores, het feest van het fruit en de bloemen. In het midden van een rotonde staat een standbeeld van het Fruitmeisje. In deze stad hebben we onze laatste sanitaire stop, de volgende is pas bij het controlepunt van het Nationale Park Chimborazo op 4200 meter. Die sanitaire stops zijn belangrijk omdat we om goed voorbereid te zijn op die grote hoogtes, door moeten blijven drinken, zo´n twee liter water. Alles om hoogteziekte te voorkomen, al is het nog maar afwachten hoe onze lichamen er op zullen reageren. We passeren Echaleche, een indianendorp, waar een nieuw voetbalstadion wordt gebouwd omdat de club is doorgedrongen tot de eredivisie. Als je het dorp ziet, vraag je je af hoe. Vanaf nu komen we alleen nog indianen tegen, maar ook dat houdt een keer op, boven 5000 meter woont niemand, dat is erg slecht voor de gezondheid. Marc zit vol met leuke anekdotes. De hoedjes die de indianen hier dragen zijn het te danken of te wijten aan een Oostenrijkse zakenman, die nog een lading kwijt moest en de mensen hier heeft wijs gemaakt dat het de nieuwste mode was in Europa. Waar, of niet waar? Wie zal het zeggen?

De Chimborazo is 6300 meter hoog en gemeten vanaf het middelpunt van de aarde ook te beschouwen als hoogste berg ter wereld, omdat de aarde niet perfect rond is. Marc is wel heel lovend over Ecuador, hoewel hij af en toe ook wel wat minder leuke dingen van het land vertelt. Vlakbij het Nationale Park spotten een groepje Vicuñas, een wilde lamasoort. Ik wist het niet, maar alle lamasoorten zijn familie van de kameel. We treffen het wat de weersomstandigheden betreft, er zijn weinig wolken en we zien de dode vulkaan in al zijn glorie. Om de perfectie compleet te maken, komt er ook nog een groepje kinderen vlakbij ons zitten, die we uitgebreid mogen fotograferen en filmen. Dat levert schitterende plaatjes op. Ronnie geeft ze wat kleingeld. Ik weet nu al wat er onder dit deel van de vakantiefilm aan muziek komt: Perfect Day van Lou Reed. Het controlepunt ligt zoals gezegd op 4200 meter, hier gaat iedereen weer snel even naar wc, en maken we kennis met onze twee gidsen voor de wandeling van 4800 naar 5000 meter, Santiago en Pablo. Eerst brengt de bus ons nog 600 meter zigzaggend omhoog over een onverharde weg. We zien twee berghutten in de verte, ons begin- en eindpunt van de wandelingen. We moeten bij het uitstappen rustig aan doen, de lucht is hier een stuk ijler. Bij Hnos. Carrel Refuge, de eerste hut trek ik een trui aan en doe een jas om de middel. In de zon is het heerlijk, maar als de wolken de zonnestralen blokkeren is het een stuk frisser. Het is een kilometer lopen naar de Edward Whymper hut, maar omdat we het heel rustig aan moeten doen en schuifelend stapje voor stapje gaan, doen we er een uur over.

Regelmatig lassen we pauzes in om weer op adem te komen. Als iemand misselijk wordt is het uitkijken en overgeven is het teken van het lichaam dat je toch echt weer naar beneden moet. Gelukkig zijn we slechts een beetje onvast op de benen. Kleine houten paaltjes geven de afstand weer. Bijna boven wacht ik op Ronnie, Henk en Marthie. Met zijn vieren tegelijk komen we aan. De hoogtemeter van Henk wordt op de foto gezet. Die geeft aan dat we op 5052 meter zitten, met een foutmarge. Officieel is het 5005 meter. We kunnen nog een stukje verder naar een klein bergmeertje, maar moeten ook nog terug, dus dat doen we maar niet. Wel maken we nog even een groepsfoto. Ronnies vinger komt in aanraking met een rots en hij ziet zijn bloed direct opbollen en stollen. De hoogte in combinatie met die twee liter water doet je blaas trouwens ook geen goed. Regelmatig neemt iemand even plaats achter een rots. Tijd om weer naar beneden te gaan. Alhoewel we dat ook heel rustig moeten doen, gaat dat een stuk sneller en gemakkelijker. Weer op 4800 meter worden we met applaus onthaald en kunnen we in een tijdelijke hut aanschuiven voor een kom aardappelsoep, een dik stuk brood en hete chocolademelk.

We zijn echter nog niet klaar met de sportieve acties. We moeten ons melden bij de mountainbikes (gebruiken we die term ook eens voor het echte doel) voor het in ontvangst nemen van knie- en elleboogbescherming, een soort van skimasker tegen de kou, en een helm. En een fiets natuurlijk. Ik krijg nog iets extra's, namelijk een helmcamera. Dat is nieuw voor de organisatie en kost ons helemaal niets, maar we moeten wel 224 dollar borg betalen. Juan, die de spullen uitdeelt en de instructies geeft, stelt de camera in. Er zijn twee opties: foto en video, we willen natuurlijk video. Dan start de rit, eerst naar het controlepunt, over de onverharde weg. Die is zo hobbelig, dat mijn helm steeds tegen mijn zonnebril stuitert en ik al snel het idee heb dat het niks wordt met de video. Het levert me ook hoofdpijn op. Vlak voor me wil Wim even stoppen om op Erna te wachten. Hij komt een steen tegen (of hij komt tegen een steen) en maakt een koprol. Niks ernstigs gelukkig. De Andes ziet er kaal maar prachtig uit op deze hoogte. Bij het controlepunt krijgen we een reep chocola en icetea, en blijkt dat de helmcamera voorover gezakt is. We zullen hem onderweg nog vaker weer recht zetten. Dan mogen we de asfaltweg op, naar San Juan. We moeten af en toe trappen, maar meestal niet. Onderweg stop ik regelmatig om met mijn eigen camera de andere fietsers en de omgeving te filmen. We rijden langs een kudde lama's die van een stuk land naar een ander worden gedreven en even later hebben we het best mogelijke uitzicht op een wolkenvrije Chimborazo. Ik heb het geloof ik al eerder aangegeven, maar ik heb nooit geweten dat Ecuador zo fantastisch mooi is. Doorfietsend komen we indianen tegen die vriendelijk groeten en honden die je achterna rennen. Eentje bijt Chantal in haar schoen. Dat is een beetje mijn fout, ik had met de tong naar die honden geklikt. Ik was ze snel voorbij, maar toen moesten er nog meer fietsers komen. Lo siento, Chantal! Na een kilometer of 32 is het gedaan met de pret. Bij de kerk van San Juan staat de bus al te wachten. We leveren de spullen in, ik krijg het SD-kaartje uit de camera terug, we vertellen dat we een fantastische rit hebben gehad en moeten dan snel de bus in.

Na een tijdje in de bus vraagt Ronnie mij of ik de borg wel terug heb gekregen. Dat is niet het geval. We geven dat door aan Marc, die er achteraan belt. Niks aan de hand, we wachten in Riobamba bij een tankstation op Juan, die het geld alsnog overhandigt. Dan kunnen we het laatste stuk naar het hotel vervolgen. Marc waarschuwt ons voor het hotel, andere groepen vonden het niks, een spookhotel met slecht eten. Daar blijkt ons bij aankomst helemaal niks van. Er is zelfs wifi! We bekijken op de laptop de beelden van de helmcamera. Die stond het eerste stuk op de fotostand en door het voorovervallen heb ik nu 1500 foto's van mijn helm. Maar van het laatste stuk heb ik wel videobeelden, alleen is toen de lens even met een vinger aangeraakt, waardoor er een witte vlek midden bovenin het beeld zit. Ook niet erg goed bruikbaar dus. Maar toch is een helmcamera wel iets om zelf aan te schaffen. Na de maaltijd, voor mij niet onaardig, Ronnie is er minder over te spreken, zien we Marcs vrouw en dochtertje, die vanuit Quito op doorreis zijn. We gaan naar onze kamer waar ik het reisverslag afmaak en op de website zet.

Zondag 17 november

Op iedere Djoser reis weet je dat er een keer echt op tijd uit moet. Hier in Ecuador is vandaag die dag. De wekker gaat om 4.15 uur. Ik ben echter al vanaf 2 uur wakker, waarschijnlijk omdat ik zo gefocust bent op het niet verslapen. Na het ontbijt gaan we snel op pad. We hebben een lange weg af te leggen naar onze nieuwe bestemming, Cuenca. Daar zullen we drie nachten blijven. Onze eerste stop is er eentje om foto’s te maken van een mooi kerkje in Balbanera. Op de achtergrond kunnen we Tungurahua (of was het de Chimborazo) nog zien. Het is nog vroeg, maar we zijn wel wakker als we door prachtige glooiende valleien met veel groen rijden. Af en toe kruisen we de spoorlijn van Quito naar Guayaquil, die al heel lang niet meer in zijn geheel in gebruik is. De regering schijnt hier weer verandering in te willen brengen. Aangezien er hier hoog in de Andes weinig echt vlakke gebieden zijn, zie je dat de akkers tegen de heuvels op aangelegd zijn. Een mooie lappendeken. Een iets grotere plaats die we passeren is Guamote. Op sommige ritten zie je de omgeving veranderen. Tegen de tijd dat we in Palmira zijn, is dat mooie glooiende landschap al veranderd in een ietwat rotsachtiger gebied. Hier ligt ook veel as van de vulkaan op de grond. Niet dat dat net gevallen is, hoor. Het maakt de grond wel vruchtbaarder. Na enige tijd rijden volgt de weg een gevaarlijke afdaling van 750 meter. Onze chauffeur Marco rijdt hier heel voorzichtig naar beneden, waar anderen in het verleden dat niet hebben gedaan en dat soms met hun leven hebben moeten bekopen. Op die plekken zijn blauwe hartjes op de weg geschilderd voor de gevallen slachtoffers.

De belangrijkste tussenstop vandaag is Alausi, waar een station staat en een treinrit ons in zeer korte tijd een flink stuk langs een steile helling naar beneden brengt om de Nariz del Diablo te zien, de Duivelsneus. Dit is een onderdeel van het traject Quito – Guayaquil, een stuk dat nog wel in gebruik is, maar alleen voor het toerisme. Marc is erop gebrand dat we hier op tijd aankomen, omdat hier zeker niet meer met de Franse slag gewerkt wordt, zoals in Baños. De trein zal stipt om 8 uur vertrekken, en we moeten nog onze tickets en paspoorten laten zien. Dat kan lang duren. Gelukkig valt het mee, zijn we er zo door en hebben we nog tijd om even rond te neuzen in de standjes in de hal. We spotten er een T-shirt dat ons allebei bevalt. Wel weer hetzelfde shirt, zouden we een tweeling zijn ofzo? Maar gelukkig hebben ze hem in twee verschillende kleuren. We fotograferen de trein van voor tot achter tot het tijd is om in te stappen. Soms wordt met wagons uit 1908 gereden, soms met nieuwe van slechts een paar jaar oud. Het verschil is dat de ramen open kunnen in de wagons die meer dan een eeuw geleden zijn gebouwd. We treffen het, onze ramen kunnen open. Tot een paar jaar geleden was het nog iets anders, toen mocht je op het dak gaan zitten. En dat drie of vier rijen dik naar de rand van het dak toe. Dat is heel lang goed gegaan, ondanks dat je langs ravijnen rijdt, is er nooit iemand afgevallen. Wel zijn er twee Japanners omgekomen door staand geraakt te worden door een kabel. Ze hebben het niet overleefd. Sindsdien mag je niet meer op het dak zitten. Op zich jammer, maar binnen zit het wel zo comfortabel. Waarom is dit ritje nu zo interessant? Niet zozeer vanwege de Duivelsneus zelf, maar vanwege de ingenieuze wijze waarop dit traject is aangelegd, de trein rijdt in een zigzagbeweging naar beneden en naar boven, dus eerst vooruit, dan stilstaan, wissel omgooien, achteruit rijden, na een tijdje weer stilstaan, wissel omgooien, en dan weer vooruit. Het uitzicht is natuurlijk ook niet onbelangrijk. En het gaat ook om de historie die erbij hoort, er zijn buitenlandse ingenieurs bij gehaald, en bij de aanleg van de spoorlijn op dit punt zijn een paar duizend werkers omgekomen, vanwege verlaat vallend gesteente bij het gebruik van dynamiet en vanwege ziektes. In eerste instantie zitten we op de stoelen, maar al snel staan we rond te kijken en hangen we met zijn allen uit de raampjes voor de beste foto’s en videobeelden.

Bij het station beneden zullen lokale danseressen ons in klederdracht opwachten,zo wordt ons verteld. Het station staat er wel, maar de danseressen zullen een feestje hebben gehad. De enige die we zien is een cowboy met een rood shirt en een witte hoed op een paard. Daarmee kun je dan op de foto. We maken wel wat foto’s, maar vooral van de trein en de grote rots die met veel fantasie op een neus lijkt. De naam Duivelsneus is vooral belangrijk omdat er zoveel mensen zijn omgekomen bij de bouw. Er is een museumpje waar we zien hoe alles tot stand is gekomen. In de restauratie van het station eten we een humita, een typisch Ecuadoriaans gerechtje. De locomotief is inmiddels aan de andere kant van de wagons gekoppeld, en we worden weer aan boord gemaand. Even stopt de trein vrij abrupt, omdat blijkbaar iemand zijn of haar (waarschijnlijk haar) tas is vergeten.

Weer boven kunnen we de lokale bevolking nog even aanschouwen alvorens we weer in de bus moeten plaatsnemen. Ronnie wil natuurlijk nog even een laatste mooie foto schieten en moet zich dan haasten om in de rijdende bus te springen. Van de ene historische site rijden we naar de andere: nu Ingapirca, een Inca nederzetting. Marc mag bij de gratie van de bewakers met ons naar binnen als gids. We zien vooral de fundamenten van een maantempel en een iets completere zonnetempel. Hier zien we ook hoe perfect de Inca's de stenen op elkaar konden laten aansluiten. De zon werkt echter niet erg mee, we staan zo goed als in de nevel en op het eind druppelt het zelfs een beetje. We rijden verder door de vooral arme streek, en komen onder andere door het dorpje Guasuntos. In een ander dorp genaamd Zhud hebben we weer een plaspauze. De provincie waar we ons nu in bevinden heet Cañar, naar de Cañari indianen met kleine witte vilten hoedjes, die hier wonen. Ten slotte komen we aan in Cuenca. Ons hotel ziet er erg leuk en koloniaal uit, met drie achter elkaar gelegen binnenplaatsjes, waaromheen de kamers liggen op twee of drie verdiepingen. Na een opfrismoment gaat het grootste deel van de groep met Marc mee om in het restaurant Raymipampa te gaan eten. Hij heeft tot nu toe steeds goeie tips voor lekker eten, en ook vanavond stelt hij ons niet teleur!

Maandag 18 november

We kunnen weer een beetje uitslapen. Het ontbijt wordt voor ons vanaf 8 uur geserveerd. Of liever, het buffet is dan voor ons geopend. Voor ieder ontbijt is drie kwartier gerekend. Dat is genoeg om de broodjes, pannekoekjes en omeletten met genoegen naar binnen te werken. Er staat voor ons maar een ding op het programma: een bezoek aan de panamahoedenfabriek van Homero Ortega. Bij binnenkomst zien we net een paar grote zakken onafgewerkte hoeden bezorgd worden. Marc loodst ons door het museum dat ook in de fabriek gehuisvest is. We leren dat heel veel vrouwen op kleine werkplekken buiten de fabriek de hoeden vlechten. Het is vooral het afwerken, in vorm brengen en in waterstofperoxide onderdompelen (twee keer vijf dagen) of kleuren, wat hier gebeurt. Dat vormen deden ze vroeger met strijkijzers en mallen. De mallen zijn er nog, nu niet meer van hout, en verder wordt een stoompers gebruikt. We zien foto's van allerlei beroemde politici en filmsterren met panamahoeden op. De term panamahoed is overigens misleidend, de hoed wordt dus in Ecuador, en alleen in Ecuador gemaakt. Het zijn niet alleen maar de witte hoeden met een zwarte band (die overigens in vele formaten te koop zijn), tegenwoordig zijn er ook veel damesmodellen. De fabriek maakt ook tassen. We krijgen een drankje aangeboden met een klein beetje alcohol erin. Ik neem een paar slokjes en zet het dan weer snel weg. Niks voor mij. De rondleiding eindigt zoals gebruikelijk bij de winkel. De meesten van ons proberen een paar verschillende hoeden, maar lang niet iedereen koopt er eentje. Het kost wat tijd en moeite, maar toch verlaten we de winkel uiteindelijk. Dan is het tijd om Toon en Marthie gedag te zeggen, ze hebben een afspraak in een kliniek in de stad. Hopelijk verloopt dat voorspoedig en kunnen ze de reis daarna samen met ons vervolgen.

De bus rijdt ons naar het hotel, waar we even kort verblijven om dan samen met Franҫois, Marleen, Trees en Chantal de stad te gaan verkennen. Ook hier is er een oud en een nieuw deel. In het oude deel staan heel, heel veel kerken en een grote kathedraal met blauwe koepels. In deze kathedraal kunnen zo'n 10.000 mensen. De inwoners van Cuenca zijn heel gelovig. Veel huizen in de straten hebben mooie balkonnetjes. Vanaf het Abdon Calderonplein lopen we naar de Tomebamba rivier. We stuiten op een ietwat eigenaardig pand, met de naam Sumaglla. Dit blijkt een antiquariaat te zijn. De eigenares is een oud dametje dat ons vertelt dat we voor twee dollar per persoon haar huis mogen bekijken. De rondleiding begint bij de patio, waar een trap ons naar de eerste verdieping brengt. Is die patio al kleurrijk, boven zien we een bonte verzameling aan van alles en nog wat. Antieke strijkijzers, dito Singer naaimachines, foto's van familie en vrienden. In een andere kamer zijn wandschilderingen te zien en heeft ze voorwerpen uit Spanje, Frankrijk en Nederland (delftsblauw met molentjes, jawel). Op een oude kist ligt de vacht van wat ooit een puma moet zijn geweest. In de laatste kamer die ze ons laat zien mogen we geen foto's maken, waarom is me niet duidelijk. Ze vertelt ons in een beetje Engels maar vooral Spaans over de musea hier. Het kost ons ook hier enige moeite om weer naar de uitgang te geraken. Als we haar eindelijk hebben bedankt en afscheid hebben genomen, staan we weer buiten. We lopen de trap af naar de rivier. Daar zien we een oud indiaans vrouwtje de was doen in de rivier en haar kleren in het gras op de oever te drogen leggen. Ik stop met filmen als blijkt dat ze zichzelf ook nog gaat wassen. We lopen langs de rivier en slaan weer links af een trap op. Halverwege vinden we hier de Wunderbar. Een Duitser heeft hier een aantal jaren geleden het concept café-restaurant geïntroduceerd. Walter en Christiane zitten er buiten te lunchen en wij volgen hun voorbeeld. We zien een paar kolibri's en andere vogeltjes. Tijdens de lunch wordt het bewolkter en frisser. Een thee of koffie gaat er ook nog wel in, maar die nuttigen we toch liever binnen. Het toilet is bedoeld voor kabouters, een Europeaan moet zo'n beetje acrobaat zijn om er gebruik van te maken.

Eenmaal buiten slaan we een paar keer links af en rechts af. Zo komen we bij Libri Mundi, een boekhandel. We zijn zoals altijd op zoek naar een mooi fotoboek van het land. Ik vind er eentje in plastic. Ronnie wil die ook wel, maar het enige andere exemplaar is niet in plastic verpakt en vuil aan de achterkant. We kunnen die echter ook op het vliegveld in Guayaquil kopen, vertelt men ons. Ik zie nog een aardig kerkje in de verte, dat aan een pleintje met een fontein staat. We kunnen er drinkende en badende duiven zien. Er is een klein meisje dat de duiven wil begroeten. Die zijn daar echter niet zo happig op en verdwijnen. Wij doen hetzelfde, met een kleine omweg terug naar het hotel. ´s Avonds eten we bij bij Mangiare, een Italiaans restaurant dat gerund wordt door een Argentijns-Italiaanse familie, bestaande uit een vader, moeder, broer en zus. Op de vader na zien we ze allemaal. Hier zouden we normaal gesproken ook in het bijbehorende hotel overnachten, maar dat zat al vol. Marc hoopt op goed weer morgen bij de wandeltocht door het merengebied van Las Cajas. Ronnie en ik beloven hem dat. Gezien het feit dat we op reis bijna altijd mooi weer hebben, waar we ook op vakantie gaan, zou dat geen loze belofte moeten zijn.

Dinsdag 19 november

Vanuit ons hotel gaan we met de bus naar het Nationale Park Las Cajas, het kleinste dat Ecuador rijk is. Over rijk gesproken, Cuenca is een stad met heel veel welvaart, veel mensen bevinden zich in de middenklasse. Onderweg naar het startpunt van onze wandeling van vandaag zien we op de andere berghelling de oude handelsroute van de Inca's van Cuenca naar de kust. Op het programma staat een prachtige wandeltocht door het merengebied, dat 230 meren telt en nog veel meer plasjes en poeltjes, op 4000 meter hoogte. We wandelen langs een aantal van die meren, zien papierbomen, genieten van schitterende uitzichten. Het is inderdaad goed weer, zoals we Marc hadden beloofd. Er zijn twee groepen gevormd, de eerste moet snel lopen van Denison, de gids. Onze groep onder leiding van Christiano, de groep met de fotografen, doet er iets langer over. Kleine bloempjes en weidse vergezichten worden voor de eeuwigheid vastgelegd. We komen door een Quinoa bos en stoppen op een uitkijkpunt. Dan gaan we weer verder, ook onze gids wil graag op tijd terug zijn, rechts langs een paar meren. Wij als groep willen echter het liefst bij ieder nieuw bloemetje en ieder nieuw uitzicht ons ding doen. We raken bijna verdwaald, als de gids iets te ver vooruit loopt. Gelukkig hebben wij Marc mee, hij kent de route. Na 3,5 uur treffen we Chantal en Trees, die na een kort stukje terug zijn gelopen naar de bus en die ons vanaf het eindpunt een stukje tegemoet zijn gekomen.

We rijden een paar honderd meter naar een wegrestaurant. Eerst de wc's maar weer eens opzoeken. Het zal wel aan de hoogte liggen. Op het menu staat forel en een rijk gevulde kippensoep. Wat heet, we treffen de kip er nog bijna intact in aan. Marc en Ronnie zijn tijdens de wandeling aan de praat geraakt over het feit dat Toon en Marthie niet meer naar Galapagos gaan, Marc heeft gezegd dat de reisagent in zo'n geval nog maar 25% van het oorspronkelijke bedrag terug krijgt. En zo wordt het idee geboren om te proberen onze vakantie te verlengen, waarbij Ronnie en ik hun plek innemen. Dan kunnen wij een flinke korting krijgen, en heeft de reisagent toch nog meer inkomsten dan in de huidige situatie. Daarvoor moeten we allebei wel even naar het werk bellen om te vragen of we langer weg kunnen blijven. Ronnie hoort direct al dat dat kan, ik krijg morgenvroeg een mailtje.

Terug in Cuenca wandelen we door de het oude deel van de stad, nu zonder Marleen want die voelt zich niet goed, naar een cafetaria voor een drankje. De rest van de middag brengen we door op onze kamer. We eten deze keer zonder Marc, die samen met chauffeur Marco naar het ziekenhuis is gegaan met kaartjes en bloemen van de groep. Wel heeft hij ons weer een tip gegeven, restaurant Eucalyptus. Ergens vandaag heb ik toch iets gehad wat niet goed is, want mijn darmen beginnen op te spelen.

Woensdag 20 november

Om 5 uur ben ik definitief wakker, ik ben dan de afgelopen nacht al vaak naar de wc geweest, zal inderdaad iets met de lunch te maken hebben gehad. Er is echter ook goed nieuws: ik heb een mailtje ontvangen dat ook ik langer weg mag blijven van mijn werk. De boodschap is: neem het ervan, zo’n kans krijg je niet weer. Nu is het alleen nog afhankelijk van de KLM. Als die voor een schappelijk bedrag onze vlucht willen omboeken, nemen we de deal aan. Dat is nog even afwachten, Marc is druk in de weer met zijn telefoon, terwijl de bus ons naar de pas Tres Cruces op 4167 meter brengt. Onderweg maken we een fotostop naast een bord ‘Verboden te stoppen’. Vanaf het hoogste punt kun je in 1,5 uur afdalen naar zeeniveau. Wij doen er iets langer over, omdat er onderweg ook weer van alles te zien is en we dat ook graag voor het thuisfront (en voor onszelf natuurlijk) vastleggen. De uitzichten zijn spectaculair, het zijn de laatste stukken Andes die we tijdens onze vakantie te zien krijgen. Eenmaal op het vlakke land, op om en nabij zeeniveau rijden we via de plaats Jesus Maria naar Quayaquil. Op dit vlakke land leeft weer een andere bevolking, wat volgens Marc veel minder hard werkt dan hun landgenoten in de hooglanden. Er wordt veel cacao, bananen en rijst verbouwd. Quayaquil is een echte miljoenenstad. Het is ook een havenstad met heel veel bedrijvigheid, en er is zoals we zien een grote invloed van de Verenigde Staten. Sommige wijken zou je zo in Miami, Florida terug kunnen vinden, al moet gezegd worden dat de afwerking ook voor de rijksten nog wel iets te wensen over laat.

We eten in een superdeluxe shopping mall, zoals we die gewend zijn in de Verenigde Staten (alweer) tegen te komen, en waar we worden begroet met een enorme nepkerstboom. Ik kan me ook niet voorstellen dat een echte naaldboom het hier lang zou uithouden, het is buiten 33 graden. Zweten voor ons, want we waren hoog in de Andes hele andere temperaturen gewend, die meestal zo’n 10 graden lager lagen. In de Food Court vinden we Carl Jr's, Subway, Pizza Hut, dat soort zaken. Wat we nog net niet zien zijn Burger King en McDonald’s. Maar misschien zitten die in het niet minder superdeluxe winkelcentrum naast het gebouw waar we ons nu in bevinden. Ik bestel bij Carl Jr’s twee hamburgervarianten plus frietjes, waarop de verkoopster zegt dat dat wel heel grote maaltijden zijn. Voor mij een teken om toch maar even aan te geven dat de ene voor mij is en de andere voor Ronnie. Voor ons drinken krijgen we een beker mee, waar zo 1,5 liter in kan, en die we dan ook maximaal tot de helft vullen. Na het eten zoeken we naar een fotoboek voor Ronnie, maar ook hier komen we niet verder dan een exemplaar dat niet in plastic is verpakt. Terug in de bus heeft Marc nieuws wat de KLM betreft, die willen 1700 dollar per omgeboekt ticket hebben. Daarmee is onze mogelijke verlenging op de Galapagoseilanden een afgesloten hoofdstuk. Helaas...

Van de dure omheinde wijken rijden we naar sloppenwijken. Ook daar zijn wat initiatieven voor sportvelden. Maar ook zien we overal veel vuilnis. Marc wijst ons op de oude en nieuwe gevangenis rechts van de weg, met veel personen in een cel en met een gat in de grond als wc. Wegblijven dus! Van Guayaquil rijden we richting Manta. Het is een omweg, maar Marc heeft daar een paar redenen voor: anders is de rit van Puerto Lopez naar Guayaquil hetzelfde als op de heenreis, en er valt weer een heel ander Ecuador te ontdekken. De landbouw wordt hier heel anders bedreven dan in de Andes, hier zie je eigenlijk voor het eerst machines als tractoren en irrigatiesystemen op wielen. We komen door kleine armoedige dorpjes en dorre landschappen. Ze hebben hier al zeven maanden geen regen gehad. De eerste twee baobab bomen worden gespot, daarnaast koeien die hier hetzelfde zijn als in India, wegens het klimaat. Het Friese stamboekvee gedijt hier niet zo, meer dan een paar zien we niet. Net voor het dorpje Jipijapa stoppen we langs de kant van de weg voor foto's van een grote groep zwarte gieren. Over een pas op circa 600 meter hoogte verandert het dorre landschap weer in mooi groen, maar dat is van korte duur. Hoe dichter we bij de kust komen, hoe meer de camera´s gereed worden gehouden om de eerste blikken op de Stille Oceaan vast te leggen. Nog maar een klein stuk, eerst naar Puerta de Cayo en dan Puerta Lopez, door het Nationale Park Machalilla.

Het hotel ligt helaas buiten het dorp, maar is wel heel erg leuk gesitueerd. De vorige groepen waren ontevreden over het hotel in Puerta Lopez zelf. Mooier dan het hotel dat we daarvoor in de plaats hebben gekregen, kan het haast niet worden, dus in zoverre zijn we er wel blij mee. Onze kamer heeft twee queen-size bedden en twee eenpersoonsbedden, een zithoek, een ruime badkamer en een terras met twee hangmatten. Maar even spontaan het dorp in, is er op deze manier niet bij, dan moet je met de bus of een motortaxi, en ben je zo 15 tot 20 minuten verder. Omdat we de hele dag al in de bus gezeten hebben, besluiten we massaal het avondeten in het hotel te nuttigen. Er wordt gelachen om het feit dat het grootste deel van de groep kip of ander vlees wil, aangezien aan de kust de beste visgerechten voorhanden zijn. We drinken naderhand nog wat, terwijl het personeel allang naar huis is. Dan is het ook voor ons welletjes geweest en kruipen we onder de klamboe voor een goede nachtrust.

  • 24 November 2013 - 18:57

    Wim:

    Leuk weer jongens! Kom de foto's binnenkort wel even in het groot aanschouwen Ronnie ;)! Fijne terugreis. Greetz.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Ecuador, Machalilla

Ecuador 2013

De eerste keer in Zuid Amerika

Recente Reisverslagen:

25 Augustus 2014

Foto expositie

26 November 2013

Blue Hotel

22 November 2013

Perfect Day

17 November 2013

Welcome to the jungle

11 November 2013

El condor pasa
Ronnie en Eric

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 984
Totaal aantal bezoekers 298007

Voorgaande reizen:

14 November 2019 - 07 December 2019

Mexico, Guatemala en Honduras

15 Oktober 2018 - 06 November 2018

Madagaskar & Mauritius

12 November 2017 - 02 December 2017

Pura Vida Costa Rica 2017

13 November 2016 - 05 December 2016

Trans Iberië Express

19 December 2015 - 08 Januari 2016

Hong Kong + Laos & Cambodja

13 September 2015 - 20 September 2015

Moskou 2015

07 September 2014 - 26 September 2014

Rondje Oostzee 2014

05 November 2013 - 25 November 2013

Ecuador 2013

21 Oktober 2012 - 13 November 2012

Zuidelijk Afrika 2012

10 Maart 2012 - 17 Maart 2012

Skiën in Flachau, Oostenrijk 2012

18 November 2011 - 05 December 2011

Cuba 2011

27 September 2010 - 22 Oktober 2010

Coast to Coast USA 2010

13 Maart 2010 - 20 Maart 2010

Wintersport in de Franse Alpen 2010

10 Januari 2010 - 10 Januari 2010

Winterwadlooptocht 2010

16 November 2009 - 02 December 2009

Curaçao en Aruba 2009

07 Maart 2009 - 15 Maart 2009

Winterspørt in Noorwegen 2009

17 November 2008 - 07 December 2008

Egypte 2008

07 Februari 2008 - 18 Februari 2008

Wintersport & the Great Divide 2008

21 November 2007 - 04 December 2007

California & Hawai'i 2007

01 Maart 2007 - 28 Maart 2007

Canada/USA 2007

20 November 2006 - 30 November 2006

La Palma 2006

12 September 2005 - 19 Oktober 2005

Dutchies Down Under 2005

Landen bezocht: