Okavango Delta en Chobe N.P. - Reisverslag uit Kasane, Botswana van Ronnie en Eric Afman - WaarBenJij.nu Okavango Delta en Chobe N.P. - Reisverslag uit Kasane, Botswana van Ronnie en Eric Afman - WaarBenJij.nu

Okavango Delta en Chobe N.P.

Door: Ronnie en Eric

Blijf op de hoogte en volg Ronnie en Eric

11 November 2012 | Botswana, Kasane

Maandag 5 november

Uitslapen zowaar! We hoeven pas om zeven uur te ontbijten en om acht uur weg. François en ik kijken naar de overkant, waar drie Angolese dames de was gaan doen in de rivier. Ik zet de video uit als blijkt dat ze ook de bovenkleren uittrekken. Het moet geen peepshow worden… Het ontbijt is voortreffelijk en Valerie, die samen met haar man en zoon de lodge runt,is net als gisteravond zelf ook present, nu om af te rekenen. Hier kunnen we de laatste Namibische dollars inwisselen. Dan is het twee uur rijden naar de grens met Botswana. Weer krijgen we in de bus papieren om in te vullen. Eentje om Namibië te verlaten en eentje om Botswana binnen te komen. Dat stuk leggen we lopend af. Het laatste stuk voor de grens is een privé park, waar we eerst op een afstand een kudde olifanten zien, maar iets verderop eentje behoorlijk dichtbij tussen de bomen. Die waarschuwingsborden met een olifant erop staan er natuurlijk niet voor niets.

Bij de grens eerst uitstempelen, de WC is extreem goor, dus eens aan de kant van Botswana kijken. We gaan lopend de grens over naar de andere douane. Daar ben ik als eerste binnen, ik schuif mijn paspoort naar de uitermate goedgeluimde beambte (ze zingt zelfs “Oh happy day”, heb ik nog nooit iemand bij de douane zien doen), maar ze legt wel mijn paspoort opzij om eerst een stuk of zes anderen binnen de groep te helpen. Ze vraagt nog even van wie het paspoort is, ik zeg dat het de mijne is, waarop zij zegt “You wait”. Maakt niet uit, we zijn toch met de hele groep. Maar vreemd vind ik het wel. Met mijn nieuwe stempeltje wandel ik uiteindelijk toch naar buiten en vind dan een hele schone wc. Vervolgens wachten we tot de laatste van de groep het gebouwtje uitkomt. In Botswana zijn de stroken aan weerszijden van de weg publiek gebied en daar mag iedereen overdag zijn vee laten grazen. We komen dan ook heel veel koeien, geiten, ezels en ook wat paarden tegen, die midden over de weg lopen of er blijven staan. Een paar keer zien we dat dat ook fout kan gaan. Er wordt op Mond- en klauwzeer gecontroleerd. We passeren twee posten voordat we bij de derde de bus uit moeten en over een matje met een vloeibaar goedje moeten lopen. Ook onze tweede paar schoenen moeten een doop ondergaan. Kleine moeite, groot plezier voor Botswana. De kwaliteit van de geasfalteerde weg is minder goed dan gehoopt, dus we hobbelen weer wat af, naar een afgelegen lodge in de buurt van Maun. De bar en het restaurant en het zwembad(!) zijn daar enige tijd geleden afgebrand. Het zwembad is verplaatst, je ziet nog wel de zwarte plekken van de brand. De nieuwe bar wordt nog gebouwd, dus eten we in de buitenlucht. Ook leuk. Alleen jammer van die beestjes. Maar ja, this is Africa. Voor het diner aan zijn we uitermate actief met de nieuwe bal van Erik S. Een van de andere gasten laat zich daar niet door afschrikken, stapt in het zwembad en doet ook mee. Het gaat er soms fel aan toe (maar wel op een leuke manier), als we niet in het water zaten, zouden we aardig verfhit kunnen raken. Jammer dat deze bal geen lang leven heeft, hij komt in een doornstruik terecht en raakt lek. De hutjes waarin we zijn klein maar van steen, en grappig genoeg sta je buiten te douchen, wel omheind maar in de open lucht. Het wordt de komende dagen achter nog veel simpeler, want we gaan de Delta in en overnachten in tenten in een mobile camp op een van de eilanden. Vannacht echter nog in (iets te kleine) bedden, met airco en een klamboe. Toch word ik gestoken, hopelijk niet met beroerde gevolgen…

Dinsdag 6 november

Na het ontbijt worden we in een truck van Delta Air geladen, met maar een deel van de bepakking. De grote reistassen blijven achter. We rijden door Maun waar extra ijs voor in de koelbox wordt ingeslagen. Tijdens het wachten zien we het Afrikaanse dagelijkse leven aan ons voorbij trekken en we zwaaien naar de plaatselijke bevolking. Dan moeten we nog een stuk door naar de plek waar twee speedboten liggen. Daarmee varen we eerst drie kwartier voor we bij het poler station aankomen, waar we overstappen in mokoro’s, traditioneel zijn dat uitgeholde bomen, maar die van ons zijn van glasfiber, op eentje na. De polers kiezen uit met wie ze willen varen. Marleen ziet dit echt niet zitten en mag in de speedboot mee, die voor de bevoorrading zorgt. Het wiebelt best, dus ik hou de video in de waterdichte zak. Ronnie vindt het gevaar minder groot en knipt er met zijn camera vrolijk op los. Het is prachtig varen zo, maar ook heet (nog bedankt voor de tip van de parapluutjes, Alette) en het water ziet er ontzettend helder en schoon uit, maar er zit een parasiet in, dus daar willen we toch echt niet in terecht komen. De polers zelf hebben daar geen moeite mee, we zien ze zelfs een beker door de rivier halen en het water opdrinken. Verderop treffen we een groepje zwemmers, ieder zijn meug. De tocht kan een anderhalf uur duren, maar is (gelukkig) na een uur al voorbij. Op het eiland staan onze tenten in een halve cirkel. Tien meter daarachter staan links en rechts nog twee constructies van tentdoek: een bush-douche en een wc, met daarin een plastic wc-pot boven een gat in de grond, een zogenaamde longdrop. Al een stuk beter dan alleen een gat in de grond!

Eerst maar eens lunchen en niksen in de schaduw onder het tentdoek, boekje lezen, spelletje doen. Marleen en ik spelen een snelrekenspel dat ik heb meegenomen. Naast de koelbox (die in deze hitte van tegen de 40 graden snel minder koel wordt) is er ook een andere manier om je drankjes koel te houden: stop ze in een sok en haal die door de rivier. Scheelt echt stukken. Ada probeert dit ook, maar dat gaat niet goed, ze komt tot grote hilariteit van de groep terug met flinke modderspatten op haar witte blouse en haar gezicht. Ze was met haar slippers blijven steken in de modder. De anderen lopen door de mokoro’s naar een stukje van de oever waar het water dieper is. Aan het eind van de middag doen we onze eerste game walk, die twee uur duurt. De gidsen vertellen ons iets over de vogels die we zien, de sporen op en de gaten in de grond. Ze spreken Engels maar zijn niet altijd gemakkelijk te verstaan. Zo denken we eerst vijf minuten dat die gaten in de grond zijn gemaakt door cheeta’s die op zoek zijn naar mieren. Klinkt raar en is ook niet waar, het gaat om ant eaters. Wat een klemtoon al niet kan veroorzaken. Terug bij het water moeten we alleen nog even met de mokoro’s een metertje of vijftig varen naar ons eigen eiland. Ondanks de minimale faciliteiten is ’s avonds bij het diner alles goed verzorgd door Russel, de kok. Met diverse dierengeluiden, waaronder die van een bijzonder dichtbij klinkend nijlpaard, vallen we op de stretchers in de tenten in slaap.

Woensdag 7 november

Ook tijdens deze kampeersessie staan we vroeg op. Het is ook heel vroeg licht, dat helpt al. Om zes uur starten we met een game walk van vier uur. Om naar het andere eiland te komen moeten we met drie personen tegelijk in een mokoro. Dat wiebelt al iets meer. Vroeg in de wandeling zien we een olifant op korte afstand. We zorgen dat we qua windrichting aan de goede kant van het beest blijven staan. Een machtig gezicht en sensationeel dat we zo dichtbij komen zonder wat voor bescherming dan ook. Op een termietenheuvel zit een baviaan. Als we dichterbij komen springt hij eraf. Hij is niet de enige baviaan, op een veld links van ons rent ineens een hele grote groep van ons vandaan. Sommige met kleine baby-baviaantjes aan zich vastgeklampt. Ook zien we gnoes in galop, zebra’s en twee wrattenzwijnen. Dan wordt het tijd terug te gaan, nu in een iets hoger tempo. Het laatste stukje is weer een kort tochtje over het water, nu met vier personen in een mokoro, en dat voelt niet prettig. Daar krijgen ze nog wel iets van te horen van Alette.

De komende zes uur hebben we weer helemaal aan onszelf. We zoeken in ieder geval de schaduw weer op, want opnieuw loopt de temperatuur tegen de 40 graden. We proberen de bush-douche, maar zweten weer zodra we eronder vandaan komen. Over heet gesproken: de zwart plastic WC staat ook lekker in de zon te branden. Wie zijn billen brand… Alette heeft Boggle meegenomen, en dat spelen we met een paar man een aantal keer, tot het tijd is voor de sundown cruise. Het aantal personen in een mokoro is nu weer gewoon twee, en dat valt weer mee. Door een doolhof van riet varen we naar de hippo pool, een open stukje water waar doorgaans nijlpaarden zitten. We zien er eentje. Nu is het wachten op de zonsondergang over het lelieveld op het water. Erg mooi. Vervolgens maken de polers zich met ons (gelukkig wel, zeg) en de mokoro’s uit de voeten, want ze moeten voor het donker is weer terug zijn op ons eigen eiland. Na het avondeten hebben de polers nog iets voor ons in petto: ze gaan liedjes zingen. Het kost alleen wat moeite om te bepalen welke, maar na een paar discussies komt er toch steeds weer een nieuw lied. Op een gegeven moment komen er twee mannen geschminkt (polers Tompo en Sam) als bejaarde mannetjes om het kampvuur dansen. We bedanken de polers met een welgemeend applaus. Daar stopt het gezang echter nog niet, onze eigen groep zingt er ook vrolijk op los met Nederlandstalige nummers, af en toe een Belgisch nummer en Betty zingt ook wat Moluks liedjes. Ik zoek al vrij vroeg mijn bed op, het was weer een vermoeiende, maar zeker mooie, dag.

Donderdag 8 november

Ondanks dat we langer kunnen uitslapen, staan de meesten toch weer om 6 uur buiten de tent. Na een goed ontbijt mogen we allemaal weer de mokoro’s in voor de terugtocht. Bij het poler station is het een kwestie van paraplu’s uitdelen aan de polers, dan de speedboten in en met de eigen truck naar het vliegveld. Twaalf leden van onze groep gaan met Cessna’s de Delta vanuit de lucht bekijken. We betalen eerst 85 dollar en gaan dan iets verderop pinnen en wat te eten halen. Dat klinkt vrij gemakkelijk en snel, maar er staat een rij voor de pinautomaat en het personeel van de snackbar doet er bijna drie kwartier over om onze broodjes te brengen. We hebben net tijd om dat naar binnen te werken voor we terug moeten naar het vliegveld. Hier moeten we onze paspoorten laten zien en door de security. Het is wel een internationaal vliegveld, vandaar. We worden naar de cessna’s gereden. Daar stappen we in, ik zit weer op de plek van de co-piloot en daar wordt nog even een foto van gemaakt. Maar dan blijkt onze seven seater maar six seats te hebben. Er wordt even gebeld en opnieuw komt hetzelfde busje weer aanracen, nu met een extra stoel. Zodra die gemonteerd is kan piloot Keith de motor starten en de startbaan oprijden. Buiten is het warm, binnen is het heet, misschien wel 50 graden. Heel hoog vliegen we niet. Wel met de nodige zijwaartse en op-en-neerbewegingen. Dat valt nog best mee, buikspieren aanspannen en verder niet over nadenken. We vliegen een stuk de Delta in en volgen de rivier. Als snel zien we grote kuddes buffels, olifanten en wat al niet meer. Het filmen valt nog niet mee, voor je het weet ben je er alweer voorbij. Maar de overzichtsshots moeten wel prima zijn.

Iets minder prima is het als Keith een paar hele scherpe bochten maakt om ons wat dieren te laten zien. Na twee daarvan begin ik me erg oncomfortabel te voelen en gutst het zweet me van het voorhoofd. Flink door de neus ademen en concentreren op de horizon! Na zo’n 10 minuten gaat het alweer een beetje en film ik weer wat. Als Keith vlak voor het vliegveld nog zo’n bocht inzet, roep ik hard Nooooooo! Dat hoort hij gelukkig, verbaasd kijkt hij om: sea-sick? Ja, knik ik. Vreemd, vindt hij, dat om meestal voor bij de mensen achterin. Die blijken later ook niet ongeschonden uit de strijd te komen: van de zeven passagiers hebben er vier wel even problemen gehad. Ronnie heeft helemaal achterin het kotszakje ook al bij de hand gehad. Het toestel staat gelukkig weer aan de grond, maar het kost me nog wel wat moeite en tijd om eruit te komen. Ik sta op asfalt te zweten en te wankelen. We moeten snel het busje in naar de aankomsthal. Daar staat de rest ons al op te wachten en te lachen omdat we enorm bezweet zijn. Dat verandert als ze mij zien. Ik krijg koud water, ijsblokjes voor in de nek, enzovoort. Ondertussen wil Alette snel weg, maar ik ben nog niet zover. Toch moeten we haast maken, want Dumile staat zo’n beetje voor de deur, waar hij helemaal niet mag staan. Een bekeuring wordt maar net afgewend. Ik ga bij hem voorin de wagen zitten en concentreer me weer op de horizon. We rijden 3,5 uur naar Gweta. Onderweg zien we het resultaat van bosbranden en ook komen we nog rookwolken tegen. Na een stop waar we weer over een matje moeten lopen vanwege mond-en-klauwzeer ga ik weer achterin zitten. Maar bij de volgende stop verruil ik die plek toch weer voor de bijrijdersstoel. In Gweta gaan we lekker het zwembad in. Er is ook WIFI, we betalen voor het wachtwoord en zetten het nieuwste verslag op onze site. Foto’s uploaden is echter nog niet zomaar gebeurd, dat kost wel een uurtje. Ineens zit de halve groep met iPad en telefoon op het internet. Toch een beetje verslaafd aan informatie? Het diner is weer een braai en doet ons goed. De rest van de avond brengen we door aan de bar. Alleen François gaat nog een keer het zwembad in. Als we naar bed gaan steekt er net een harde wind op, die in sommige huisjes een hoop zand binnenbrengt.

Vrijdag 9 november

Enige tijd geleden troffen we in Namibië een gestrande bus aan met een groepje toeristen die naast de weg hadden moeten overnachten. We hadden daar wat leedvermaak over en hoopten dat ons dat bespaard zou blijven. Het is ook heel lang goed gegaan, maar vandaag krijgen we zijn we dan toch echt de klos. De rit van Gweta naar Kasane is zo'n 420 km, maar na 200 km maakt de bus een onverwachte beweging en merken we dat er iets aan de hand is. Bij een plek met een bord “parkeren is hier voor eigen risico, er zijn wilde dieren”, stopt Dumile en neemt hij de schade op. Een van de wiellagers is naar de knoppen, er komt rook uit het wiel. Het lukt hem niet dat te repareren. Nu is er in dit deel van de wereld niet zomaar een Wegenwacht die het probleem binnen een uur komt verhelpen. Sterker nog, Dumile en Alette hebben allebei geen bereik op hun mobieltjes. Ze besluiten heel langzaam door te rijden tot ze wel bereik hebben. Enkele Nederlandse mobieltjes, waaronder die van Chantal, heeft wel bereik. Daarmee wordt naar Kaapstad gebeld en volgen instructies: stoppen langs de weg en wachten op een andere truck, die vanuit Kasane wordt gestuurd. Daar is namelijk ook een groep van Africa Travel, en de chauffeur heeft tijd om ons op te halen. Even 200 km heen en terug. Hoe laat hij er precies is, is niet helemaal duidelijk, maar als hij er eenmaal is, hebben we dik vier uur aan de kant van de weg in de schaduw van een boom gezeten. Ronnie maakt enkele groepsfoto’s. Het zou heel goed de laatste keer kunnen zijn dat we Dumile zien, hij moet namelijk nog de truck repareren en het is maar de vraag wanneer de onderdelen komen. Dat zou dagen kunnen duren. Hopelijk zien we hem toch nog voordat we weer uit Vic Falls vertrekken. Voor de zekerheid nemen we toch maar uitgebreid afscheid van hem. Dan is het tijd te vertrekken.

De geplande game cruise over de Chobe rivier zit er voor vandaag al niet meer in. Alette vraagt wat we willen, of morgen na de game drive ook nog die cruise doen en dan pas later in Victoria Falls aankomen, of iets overslaan en dan meer tijd overhouden in Vic Falls. De meerderheid wil toch beide activiteiten in Chobe National Park doen. Onderweg treffen we diverse olifanten vlak langs de weg en nog wat andere dieren als struisvogels en wrattenzwijnen. Ook zien we hier veel landbouwgrond. Er wordt blijkbaar flink door de overheid geïnvesteerd, onder andere in een kanaal dat wordt gegraven. Het is al donker als we in Kasane aankomen. Hier zien we ook olifanten, in de achtertuin van wat onze lodge blijkt te zijn. Eerst stoppen we bij de plaatselijke Spar, zodat we eten en drinken voor morgenvroeg kunnen kopen, want ontbijt bij de lodge zit er wegens het gewijzigde schema niet in. Het eerste wat we zien voordat we de straat oversteken zijn twee wrattenzwijnen die gewoon in het dorp rondscharrelen op zoek naar eten. De Spar is gelukkig nog open en na een snelle strooptocht zijn we als eersten terug bij de bus. Niet iedereen komt er zo gemakkelijk van af, op een gegeven moment valt de stroom uit en wordt de deur snel dichtgetrokken. Een paar kassa’s doen het nog en enkele ongelukkigen die bijna aan de beurt waren moeten nu bij een van die andere kassa’s weer achteraan aansluiten. Buiten wordt het inmiddels donker en gaat het harder waaien. Als de laatsten bij de bus aankomen vertrekken we naar de lodge. Moe stappen we uit en wachten we op onze sleutels. We hebben geen puf meer om het stuk naar het zwembad te lopen om een als dan niet frisse duik te nemen. We gaan gewoon eten en daarna buiten zitten drinken en terugkijken op deze wonderlijke dag.

Zaterdag 10 november

We beginnen vroeg met weer een game drive, nu door Chobe National Park. Het park heeft wel een poort maar geen hekken. We hebben wel een hek gezien, maar die staat om onze lodge heen. Veel dieren passeren de revue: olifanten, impala´s, wrattenzwijnen, kudu’s, een visarend, maar ook leeuwen. Eerst eentje die aan een dode olifant bij de Chobe rivier zit te kauwen. Ze heeft blijkbaar een groot deel van de slurf al verorberd. We hebben er goed zicht op. Onze gids krijgt een bericht door dat er verderop iets interessants zit. We zien een nijlpaard met baby en kunnen de gids maar net lang genoeg staande houden om het duo vast te leggen, want hij wil verder: er zijn leeuwen gesignaleerd! Het is vrij simpel, volg het spoor naar de vijf auto´s die er al staan. Er liggen een stuk of zes leeuwen en leeuwinnen aan een buffel te kauwen. Eentje zit er zelfs al de maag van binnenuit op te peuzelen. Een ander zet haar enorme tanden in het achterwerk van het dode beest. Ze laten ons kijken. Een van de jonge leeuwen loopt even rustig naar de rivier en komt dan weer terug. Allemaal heel dicht bij ons in de buurt. We besteden hier behoorlijk wat tijd. Als we verder rijden zien we al heel snel nog een leeuwin, op een meter of acht of tien van ons vandaan, net naast de zandweg. Die is al vol en komt gelukkig niet van haar plek, iets waar niet iedereen in onze open safariauto van overtuigd is. We spotten ook een paar buffels in de verte. Daarmee hebben we de Big Five al bijna compleet. Het wachten is nog op een luipaard, maar die kans is klein. Wel zien we in een boom het restant van een impala liggen/hangen, wat een teken is dat er wel een luipaard in de buurt is geweest. Na ook een grote kudde buffels te hebben aangetroffen is het weer tijd om terug te gaan. Maar we zijn nog niet klaar, een setje mangoesten en een kudde olifanten kruisen ons pad nog. Ook zien we een aantal andere olifanten de rivier overzwemmen, naar Namibië. Zoals de gids zegt: zonder paspoort en zonder visum…

Om even na half tien zijn we terug bij de lodge. Hier hebben we nog even tijd te horen dat de andere helft van onze groep helaas niet zoveel heeft gezien, en om te ontbijten en dan is het tassen uit de kamers halen en in de nieuwe truck (met bijbehorende nieuwe chauffeur genaamd Servius) te laden. We worden binnen een paar minuten naar een plek aan de oever van de Chobe rivier gereden. Er ligt een boot voor ons klaar voor de game cruise die we oorspronkelijk gisteren zouden doen. Jerry, de kapitein , legt een aantal dingen uit en dan gaan we weer richting het park, nu via de rivier. Ook hier moeten de registratiepapieren worden bijgewerkt, maar dan is het ook weer volop beestjes kijken. Het begint met buffels die staan te grazen op het eiland in de rivier ligt. Het eiland was een twistpunt tussen Botswana en Namibië, aangezien het op de grens (wat de rivier in feite is) ligt. Door te kijken naar de diepte van het water aan beide kanten van het eiland zijn ze eruit gekomen, aan Botswana kant is dat 7 meter, aan Namibië kant is dat een stuk dieper en dus valt het eiland onder het grondgebied van Botswana. Aan de andere oever vinden we een krokodil, die haar eieren ligt te bewaken. We komen heel erg dichtbij, weer op een paar meter van het dier. Ook aan de oever: ene visarend in een boom en een enkele olifant, die door ons met veel genoegen op foto en film wordt gezet. In het water zelf treffen we diverse groepjes nijlpaarden aan, sommige ook met jongen. Voor de film wil er geen even een flinke gaap produceren, maar even later doen ze het toch wel. Maar dan heb ik de camera dus niet gereed. Ronnie wel, dus toch een half succes. Uiteindelijk hebben we toch het meeste oog voor de nijlpaarden, ondanks de andere mooie dieren die we tegenkomen. Het laatste groepje ligt in een vrij ondiep stuk, en we filmen die ook, als er een exemplaar direct naast de boot omhoogkomt en zo voor wat commotie zorgt. Hij rent blijkbaar geschrokken met rasse schreden naar het groepje en installeert zich daar dan. Ondertussen is de wind aardig op komen zetten en worden we van de voorkant van de boot verdreven omdat het water over onze tassen heenslaat. Even later waait zelfs een plastic stoel overboord, maar die heeft Jerry zo weer binnengehaald. Na drie uur zit ook deze wildlife experience er weer op en kunnen we weer bij de Spar langs voor de laatste aankopen met onze pula’s. We moeten rekening houden met behoorlijke vertraging bij de grens met Zimbabwe. Niet bij het vertrekken uit Botswana, maar bij het betreden van Zimbabwes grondgebied. Dat kan zomaar vier uur duren. Maar de vrees hiervoor is in dit geval ongegrond, na een uur kunnen we al weer verder voor onze laatste echte bustocht, naar Victoria Falls, ook wel Vic Falls genoemd. Hier blijven we weer twee nachten slapen. Tijd om weer een wasje te doen, want alle kleren zitten onder het stof en het zweet. Maar goed, this is Africa…

Voordat we het hotel bereiken gaan we eerst de activiteiten voor morgen regelen en betalen. Dat betekent voor de meesten een helicoptervlucht. Na een snelle douche in het hotel duiken we het zwembad in, het grootste en diepste tot zover, en het heeft een pool side bar. Niet dat dat comfortable zit, maar enfin. We denken dat diverse groepjes het dorp intrekken om te gaan eten, maar dat is niet het geval. We gaan met z’n vijven (François, Marleen, Chantal en wij) naar Mama Africa Eating House, terwijl de rest in het hotel eet. Als we weggaan zien we dat zij worden vergast op een optreden van Afrikaanse zangers/dansers. Teruggekomen van het eten horen we dat Basz heeft meegedanst en dat een groep Afrikanen allemaal met Paul op de foto wilden, dat Alette heeft gezegd dat hij heel beroemd was in Nederland en dat hij Kenny Rogers heette. Ook hier sluit de bar op tijd en duiken we dus vroeg het bed in.

  • 11 November 2012 - 18:59

    Linda:

    Dank mannen voor weer een uitgebreid en mooi verslag en de foto's! De laatste dagen zijn alweer in zicht. Hoop dat jullie genieten van de Vic Falls!
    Groetjes, Linda

  • 11 November 2012 - 23:07

    Karin:

    Wat weer een bijzondere avonturen!! Heerlijk om te lezen en wat een prachtige foto's. Geniet van de laatste dagen!!!

  • 11 November 2012 - 23:53

    Tresie:

    Dat was weer genieten van jullie mooie verslag en dito foto's. Dank!

  • 12 November 2012 - 14:07

    Rika:

    Leuke vakantie jongens, wij staan op het punt om te vertrekken naar Vietnam / Cambodja. Doe vooral de groeten aan Francois en Marleen en veel plezier verder met zijn allen

  • 12 November 2012 - 20:38

    Hermien:

    Wat een avontuurlijke reis en mooie foto,s kom nu pas tot de ontdekking dat Francois en Marleen ook mee zijn het is al weer bijna voorbij voor jullie dank je, ga zelf Januari de winter ontvluchten met vriend uit Groningen (winschoten) aan allemaal hartelijke groetjes Hermien.


  • 12 November 2012 - 22:08

    Pieternel:

    Hallo Ron en Erik.
    Wat hebben jullie weer en fantastische vakantie gehad.
    Voor zo'n vak. moet ik eerst een reisgenoot zoeken die ook avontuurlijk is ingesteld .
    Tot op heden heb ik zitten smullen van jullie verhalen en de foto's
    Geniet nog maar even en dan weer met beide benen op de grond.
    Dat zal tegen vallen maar.....ja dat is het leven.
    Hartelijke gr. Pieternel

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Botswana, Kasane

Ronnie en Eric

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 1355
Totaal aantal bezoekers 287208

Voorgaande reizen:

14 November 2019 - 07 December 2019

Mexico, Guatemala en Honduras

15 Oktober 2018 - 06 November 2018

Madagaskar & Mauritius

12 November 2017 - 02 December 2017

Pura Vida Costa Rica 2017

13 November 2016 - 05 December 2016

Trans Iberië Express

19 December 2015 - 08 Januari 2016

Hong Kong + Laos & Cambodja

13 September 2015 - 20 September 2015

Moskou 2015

07 September 2014 - 26 September 2014

Rondje Oostzee 2014

05 November 2013 - 25 November 2013

Ecuador 2013

21 Oktober 2012 - 13 November 2012

Zuidelijk Afrika 2012

10 Maart 2012 - 17 Maart 2012

Skiën in Flachau, Oostenrijk 2012

18 November 2011 - 05 December 2011

Cuba 2011

27 September 2010 - 22 Oktober 2010

Coast to Coast USA 2010

13 Maart 2010 - 20 Maart 2010

Wintersport in de Franse Alpen 2010

10 Januari 2010 - 10 Januari 2010

Winterwadlooptocht 2010

16 November 2009 - 02 December 2009

Curaçao en Aruba 2009

07 Maart 2009 - 15 Maart 2009

Winterspørt in Noorwegen 2009

17 November 2008 - 07 December 2008

Egypte 2008

07 Februari 2008 - 18 Februari 2008

Wintersport & the Great Divide 2008

21 November 2007 - 04 December 2007

California & Hawai'i 2007

01 Maart 2007 - 28 Maart 2007

Canada/USA 2007

20 November 2006 - 30 November 2006

La Palma 2006

12 September 2005 - 19 Oktober 2005

Dutchies Down Under 2005

Landen bezocht: