The State of Independence
Door: Ronnie en Eric
Blijf op de hoogte en volg Ronnie en Eric
21 September 2014 | Litouwen, Vilnius
Na een uitgebreid en hartig ontbijt stappen we het ochtendlicht in. We overnachten in het oude deel van de stad dus hoeven we niet ver te lopen voor de bezienswaardigheden. Gildenhuizen, poortjes in de met stenen belegde straten, de grote markt, het is er allemaal. Voor het oudste deel van de stad gaan we via de Pikk Jalg straat de heuvel op. Hier vinden we de oorsprong van de stad, rond 1200. De stijlvolle en gekleurde gebouwen worden door de lokale overheid gebruikt, maar ook als ambassades van diverse landen. Zo zien we ook ineens een bordje van de Nederlandse ambassade, in het Nederlands. En zelfs op dit kleine oppervlak staat meer dan één kerk. Het had niet veel gescheeld of eentje daarvan was in de jaren negentig met de grond gelijk gemaakt. Dat is de oude Alexander Nevsky kerk, die dezelfde vormen en koepels heeft als enkele kerken die we in Sint Petersburg hebben gezien. Na de breuk (samen met Letland en Litouwen) met de USSR, dacht men erover om de herinneringen aan die overheersing met de sloophamer nog definitiever te maken. Maar gelukkig voor alle toeristen hier heeft men anders besloten. Er zijn vier uitkijkpunten, twee over de ronde torens en de rest van de oude stad en eentje over het park en de nieuwe wijken. Het licht is zo vroeg in deze prachtige ochtend niet ideaal voor goede foto's dus moeten we hier vanmiddag nog maar eens langs gaan. We komen uit bij het Bastionmuseum, dat toegang biedt tot zowel de Kiek in de Kok (kijkje in de keuken) als de tunnels onder de bastion. Helaas mag ik hier niet filmen, maar foto's nemen is wel toegestaan. We krijgen een cartoonachtig filmpje te zien over de historie van Tallinn, of Reval zoals het in vroeger tijden genoemd werd. Het op deze strategische plek gebouwde fort is diverse keren aangevallen en overgenomen door Denen, Zweden, Russen, en in de loop der tijd verstevigd, uitgebreid, een stad geworden en in 1911 onafhankelijk verklaard. Daarna weer overgenomen door de Russen, in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers, erna weer ingelijfd in de Sovjet Unie en tot slot in 1991 weer onafhankelijk verklaard.
Als we de tunnel ingaan zegt de gids nog dat we het beste onze jassen aan kunnen doen, want het is er maar acht graden. De stoere broeders uit het Hoge Noorden lopen echter nog steeds in korte broek en T-shirt. Van alle tunnels die hier lopen bezoeken we er maar eentje, aangezien de rest nog niet is schoongemaakt. In enkele staat water tot het plafond, in ander wonen daklozen en weer verderop zijn grote spinnen en vleermuizen de bewoners. Men hoopt over enkele jaren genoeg geld te hebben om nog veel meer te kunnen tonen. Maar we krijgen al een aardige indruk. De tour is leuk opgezet, naarmate we verder de tunnel inlopen gaan we verder terug in de tijd. In de jaren negentig zaten hier daklozen, in de jaren tachtig hielden punkers hier feesten, de Russen hebben er gezeten, in de oorlog was het een schuilkelder voor bommen, en het gaat nog verder terug naar de 17e eeuw. We moeten dezelfde weg terug om de ronde toren te bezoeken. Hier wordt ook de historie van de nederzetting nog eens verteld, nu met maquettes en archeologische vondsten. Bovenin de toren kunnen we uitkijken over de stad en zoals de naam al zegt zou je vanaf hier inderdaad in de keuken in de buurt kunnen kijken. Over keukens gesproken, wij zouden wel een hapje en een drankje kunnen gebruiken. We vinden een alleraardigst plekje daarvoor, de balustrade boven de Danish King's Garden. We moeten wel even een smalle en steile trap met hele hoge treden beklimmen. Benieuwd hoe de kleinere mens dat in vroeger tijden deed. We genieten van de stukken taart en de koffie en thee, raken in gesprek met de oudere Engelse dames naast ons en klimmen na een tijdje de trap weer af. De oude straten gaan over in asfaltwegen en zo komen we uit bij een uitermate lelijk en vervallen gebouw dat doet denken aan het Sovjet tijdperk en dat al dan niet nog steeds dienst doet als concertgebouw. Voor ons is het een manier om bij de haven te komen.
Hier liggen grote cruiseschepen als de Norwegian Star. Ronnie herinnert zich dat dit schip nadat het in Papenburg is gebouwd nog een tijd in de Eemshaven heeft gelegen om afgebouwd te worden. Er gaat regelmatig een grote luchtballon met (niet erg veel) toeristen omhoog en naar beneden, op zijn plek gehouden door een kabel. We kiezen ervoor om een drankje te halen in de jachthaven, terwijl we vermaakt worden door de mussen die een bord op een tafeltje naast ons leegpikken. Na een korte stop in ons hotel en een bezoekje aan het uitkijkpunt over de stad (nu is het licht anders) zoeken we een restaurant aan de grote markt. We bekijken alle menukaarten op de verschillende terrasjes en komen weer uit bij het eerste restaurant. Er zijn typische Estse maaltijden, zoals green pea soup (jawel, snert voor de Grunnegers onder ons!) en smoked pork shank met allerlei toebehoren. Dat lijkt mij wel wat. Ronnie neemt eend. De gerechten komen snel op tafel, maar aan het eind duurt het allemaal toch wat langer, zeker als we de rekening willen hebben. Voor de laatste keer gaan we naar het uitkijkpunt om foto's te maken van de stad in het donker. Je bent wel met een fotograaf op vakantie... Het is hier nu een stuk frisser, we blijven niet lang. In het hotel zoek ik naar mogelijke routes en uitstapjes voor morgen. En ik boek het volgende hotel, in Pärnu in het zuiden van Estland, aan de kust. Dan gaat eindelijk letterlijk en figuurlijk het licht uit.
Woensdag 16 september
Hetzelfde uitgebreide ontbijt valt ons ten deel voordat we de oude stad verlaten. Voordat we echt weg kunnen moet ik eerst nog wel even de auto weer ophalen uit de parkeergarage bij het andere hotel. We slepen onze spullen naar buiten en terwijl Ronnie blijft staan wachten loop ik door het park naar de auto. Het is niet druk in de parkeergarage, ik heb de auto heel snel gevonden. Maar dan moet de TomTom nog verbonden worden met een of andere satelliet en dat duurt meestal eventjes, ik moet dan wel eerst naar buiten. Ik waag het erop, in principe hoef ik alleen maar om het oude deel van de stad heen te rijden en de ingang (Pikk street) vinden. Oeps, dat was hem al. Even doorrijden, dan keren en weer terug. Helaas gaat het vanaf de andere kant iets minder gemakkelijk, dus weer een stuk omrijden, keren en opnieuw proberen. Nu ben ik wel op tijd en rij ik de oude stad in. Ronnie staat nog steeds geduldig te wachten. We laden de spullen in en volgen de instructies van de TomTom om naar de noordwestkust te rijden. De kust bestaat hier uit Baltisch Klint. Ik moet nog even opzoeken wat het precies is, maar het heeft te maken met een afzetting door gletsjers in de ijstijd en het strekt zich uit van de Zweedse kust helemaal tot voorbij Sint Petersburg. Bij Keilo-Joa rijden we een onverhard pad op, door een bos richting zee. We kunnen er niet helemaal komen omdat het pad ineens veranderd in een trialparcours. De auto blijft achter terwijl wij het laatste stuk lopen. Dit ziet er mooi uit, het bos gaat tot direct aan het strand en net in het water liggen allemaal keien, met groene algen erop. Hier willen de camera's wel even hun best doen. We proberen een 'groepsfoto', waarbij ik al op een kei in het water plaatsneem, Ronnie op de zelfontspanner drukt en dan als een gek over de andere keien naar mijn kei sprint. Net voordat hij kan gaan zitten horen we een klik. Nog maar een keer proberen. Helaas, hetzelfde resultaat. Bij de derde keer lukt het net wel. Ik heb alles op video opgenomen, dat wordt waarschijnlijk wel een komisch intermezzo in de film.
Van de noordwestkust rijden we richting Pärnu, dat aan de baai van Riga ligt. Maar voordat we daar aankomen slaan we af richting het nationale park Soomaa. Ik heb gelezen dat je hier een mooie wandeling over plankieren door een veengebied kunt maken. Het kost ons echter wel wat moeite om het startpunt te vinden. Met alleen de TomTom kom je er niet, want er staat geen adres bij. Na een paar pogingen vinden we de parkeerplaats en begint de wandeling. We hebben nog nooit zoveel paddenstoelen gezien en vastgelegd als tijdens deze vakantie. Maar ze zien er wel mooi uit. Af en toe zien we kaartjes aan de boom geniet die aangeven hoe hoog de waterstand hier is geweest. In 2010 was dat ongeveer anderhalve meter hoog. Na ongeveer een kilometer gaat het pad enkele meters omhoog, een 'bog' op. Hier staat een uitkijktoren met een groepje mensen erop. Tot zover was het zo goed als stil, maar nu wordt er druk gekletst, wat op zich best jammer is in een natuurgebied. Wij lopen door naar een vennetje, waarin gezwommen kan worden. Het water is erg stil en weerkaatst de boompjes en de wolken in de lucht, een prachtig gezicht. Al snel komt het groepje met lokale gids bij ons zitten. Het blijken wat oudere Nederlanders, die een natuurvakantie houden. Als er dan toch al gekletst wordt, doen wij ook even mee, terwijl we de benen in het water steken. En weer vinden mensen het verbazingwekkend dat wij zulke afstanden afleggen tijdens de vakantie. We drogen de voeten in de zon en lopen weer weg van het groepje, de stilte keert terug. Het pad gaat om nog een paar vennetjes heen voordat het weer uitkomt bij het eerste. We lopen terug naar de uitkijktoren en beklimmen die. Aan een draadje hangt een spin die er van dichtbij heel bijzonder uitziet. We gaan niet hetzelfde pad terug, maar slaan rechtsaf het bos in. Een kronkelpaadje leidt ons uiteindelijk naar de grindweg waar we over hebben gereden. Het is nog een halve kilometer naar de auto.
De grindwegen worden gelukkig al snel weer asfaltwegen. Na drie kwartier arriveren we in Pärnu. We bereiken het Rannahotel, zij het niet volgens de verkeersregels. Er zijn hier wegwerkzaamheden, waardoor we over een voetpad moeten. Eenmaal geparkeerd melden we ons en sjouwen we onze bagage naar binnen. We zijn nog ruim op tijd om van de zonsondergang te genieten terwijl de muggen van ons genieten. Is dat misschien de reden dat wij de enigen zijn met korte broek en T-shirt aan? Iets verderop zit een pizzeria, anders dan de rest van deze plaats aardig afgeladen. Het kost ongeveer een uur voor de pizza's klaar zijn. Kunnen wij ondertussen aan de hand van het boekje over de Baltische staten dat ik had gekocht de plannen voor morgen doornemen. Als we de pizza's achter de kiezen hebben gaan we terug naar het hotel, heeft Ronnie snel de ogen dicht terwijl ik nog wel een halfuur nodig heb om mezelf in slaap te lezen.
Donderdag 17 september
Ronnie voelt zich niet goed, waarschijnlijk komt dat van de ietwat vettige pizza van gisteren. Hij neemt een aspirine en gaat weer onder de dekens terwijl ik naar buiten ga om op het dakterras te genieten van de zon en het reisverslag bij te werken. Om een uur of half elf kom ik weer op de kamer en geeft Ronnie aan dat het alweer een stuk beter gaat. Om toch enige rust in te bouwen gooien we de plannen om. We zouden oorspronkelijk vandaag naar het Nationale Park Gauja en dan door naar Riga. Nu komen we 's middags aan in Riga en gaan morgen naar Gauja. De route gaat eerst over de Via Baltica, maar als snel slaan we bij Häädemeeste af om meer langs de kust te rijden. Ik zie in de weerkaatsing van de auto voor me dat een van koplampen stuk is, die gaan we verwisselen. Vervolgens vinden we een kleine afslag naar een parkeerplaats. We lopen door een smalle strook bos naar het strand, en vinden ook hier weer veel grote keien. Net als we weer weggaan komt er een groep schooljeugd met lerares aanlopen, we hebben wel vaak mazzel met het vinden van rustige momenten. Aan het einde van dit kustweggetje rijden we de hoofdweg weer op. Ik heb geen borden gezien, maar we moeten een halfuur later inmiddels in Letland zijn aangekomen, de bewegwijzering is anders. Ook is het iets drukker op de weg.
Via buitenwijken en een soort van ringweg en langs de rivier de Daugava bereiken we het Radisson Blu Daugava hotel, ons onderkomen voor de komende twee nachten We zien de oude stad aan de overkant van de rivier. Het is niet ver over de brug naar de oude stad, die minder oud is dan die van Tallinn. Wel vinden we er weer veel kerken en andere oude gebouwen. Via een langgerekt park wandelen we naar een plein. Het is hoog tijd voor thee/cappuccino en een wrap en een salade. De zon nodigt ons uit om vooral nog even te blijven zitten. Toch staan we op een gegeven moment maar weer op en lopen we via Bastion Hill naar de Swedish Gate en nog een deel van de oude stadsmuur. Allemaal voldoende onderwerpen om vast te leggen. Iets verderop vinden we Riga Castle, dat nog gerestaureerd moet worden. Weer een paar straten verder staan het Dome Cathedral en drie smalle gebouwen die samen bekend staan als de Three brothers. Aan een plein zien we een mooie muurschildering van een van de eerste open vliegtuigenen en enkele figuren gemaakt van enorme keien met toevoegingen. Ze zijn te koop maar hoe zou je die mee moeten krijgen? Terug in het hotel kleden we ons om voor het zwembad op de begane grond. Daarvan krijgen we genoeg trek om het restaurant met een bezoekje te vereren. Vervolgens gaan we naar buiten voor een sessie nachtfotografie. Ik gebruik het statiefje van Ronnie en ben eigenlijk wel snel klaar. Ronnie daarentegen leeft zich helemaal uit. Rond elf uur gaan we weer naar de kamer.
Vrijdag 18 september
We staan niet al te vroeg op, zoals gezegd bezoeken we vandaag het Nationale Park Gauja en met name de plaats Sigulda. En dat is maar een uurtje rijden. Sigulda is de eerste plaats die we in het Nationale Park tegenkomen. We parkeren bij het station, waar een Informatiebalie gevestigd is. Altijd handig om wat lokale kaarten te bemachtigen. De kabelbaan over de rivier doet het niet vandaag, maar dat is niet erg, we willen vandaag een paar mooie wandelingen maken en niets zo gezond als de benenwagen. We kruisen eerst nog even met de auto de rivier de Gauja, voor we 1,50 euro betalen voor een hele dag parkeren bij het Turaida Landgoed. Hier heeft men allerlei gebouwen die er oorspronkelijk hebben gestaan gerestaureerd of opnieuw gebouwd. Zo staat er een smidse, een badhuis, een kerk en een gebouw waar levende vis werd gehouden in grote vierkante stenen bakken. Nu zijn ze op het water na leeg. De hoofdattractie op dit landgoed is de ordeburcht, waar een aartsbisschop zitting had en de leiding had over bisschoppen uit de weide omtrek en aan wie de boeren en buitenlui geld, goederen of werk verschuldigd waren. Ook van deze gebouwen is veel opnieuw opgetrokken, wat een beetje jammer is. Aan de andere kant zie je nu wel goed hoe het er vroeger uit heeft gezien. En we kunnen weer een toren beklimmen, wat ons een uitzicht verschaft over de bossen en de rivier. In de andere gebouwen zijn musea ingericht en je kunt er zelfs boogschieten. Dat laten we even aan ons voorbij gaan. Een deel van de burcht is nog zo goed als hoe de archeologen het hebben aangetroffen.
We verlaten het landgoed en willen een kopje koffie en thee drinken. De bistro bij de parkeerplaats ziet er van buiten al niet uit en van binnen is het alleen maar erger. Iets verderop vinden we een restaurant dat er een stuk aantrekkelijker uitziet. De bediening kan wat vriendelijker, maar we kunnen buiten aan een tafeltje plaatsnemen (als enigen) en van de zon genieten tot na een fiks aantal minuten eindelijk onze bestelling wordt opgenomen. Aan de overkant van de weg lopen paarden, aan onze kant is iets wat het midden houdt tussen een grote vijver en een klein meertje. Als je de ogen dichtdoet droom je zo weg. Had ik zal gezegd dat het heel erg rustig is buiten de grote steden? Er wonen in alledrie de Baltische landen slechts iets meer dan 7 mljoen mensen en buiten die grote steden is het bos en landbouw wat de klok slaat. We rijden een kort stukje naar Krimulda, waar we de auto weer parkeren. De serpentine road (kronkelpad naar beneden) dat in 1862 is aangelegd ter ere van de komst van Tsaar Alexander II, volgen we een stukje tot we nieuwe houten trappen tegenkomen die ons iets directer beneden brengen. Ons doel bij deze wandeling is de Gutman Cave, een grot waar een aardige legende aan hangt over een jong meisje dat daar een afspraakje dacht te hebben, maar daar belaagd werd door twee Duitse deserteurs. Zij verkoos de dood boven wat de mannen in gedachten hadden. Ze ligt begraven bij het kerkje op het Turaida landgoed. De grot zelf is schijnbaar de grootste in de Baltische staten, wat direct aangeeft dat je niet voor de grotten naar hier hoeft te gaan. Na 24 meter is het einde al bereikt. Wat wel aardig is aan deze grot, is niet zozeer de man die er om beurten op zijn blokfluit en zijn saxofoon zit te spelen (De Verlaten Mijn, echt waar), maar de namen en jaartallen die de bezoekers in het zandsteen hebben geschreven. Sommige daarvan dateren van 1832 en er schijnt er zelfs eentje van rond 1770 te zijn, maar die hebben we niet kunnen vinden. We lopen weer via de trappen de heuvel op om daar de ruïne van het oude kasteel van Krimulda te vinden. Iets verderop nog een landhuis met bijbehorende gebouwen, waar men nog bezig is klaar te maken voor het toerisme.
We rijden terug naar Riga, al merk ik daar zelf niet zo heel veel van, ik heb voornamelijk de ogen dicht. In Riga is het voor de brug over de rivier weer een drukte van belang. In de andere richting zien we net iemand gelaserd worden. Dat heeft aan onze kant geen enkel nut, we gaan hooguit 10 km per uur, als we al rijden. Maar we bereiken het hotel dan toch weer. We hangen een uurtje of anderhalf op de kamer voor we de stad ingaan om ergens iets te gaan eten. Gisteravond zagen we een aardig plein volgebouwd met overdekte terrassen. Net als we plaatsnemen begint een live band te spelen totdat we bijna ons eten op hebben. Goed geregeld! We keren zonder omwegen terug naar het hotel en vullen het restje van de avond met lezen en foto's nakijken.
Zaterdag 19 september
Naarmate de vakantie vordert staan we later op, heb ik het idee. Op ons dooie gemakje genieten we van het ontbijt, pakken we onze spullen weer in en verlaten we het hotel. We rijden de stad uit en gaan via de A7 naar het zuiden. Voorlopig schijnt de zo'n nog, maar dat gaat later vandaag nog veranderen. Om even na half twaalf passeren we zonder snelheid te minderen de grens met Litouwen. We zien in de tegengestelde richting wat auto's voor controle aan de kant worden gezet, maar wij mogen gewoon door. Weer een uur later betrekt de lucht en begint het zelfs een beetje te regenen. Dat had ik al voorzien, ik hou het weerbericht per te bezoeken plaats nauwlettend in de gaten. In Vilnius en Warschau hebben we qua temperatuur en droog weer een klein dipje, daarna moet de zon voor een goede afsluiting van de vakantie zorgen. Maar ik probeer overal een lichtpuntje in te zien en zo ook vandaag, de regen valt vooral in de ochtend, 's middags moet nog steeds bewolkt zijn, maar in ieder geval droog.
Met nog een uur te gaan naar Vilnius besluiten we te gaan tanken. Dat is nog niet zo gemakkelijk, staat er ergens een bord met een tankstation, dan blijkt die aan de andere kant van de snelweg te zijn en hadden we er even beter moeten opletten op een afslag. De volgende staat tussen de bomen, maar wordt net op tijd door ons gespot. We gooien de tank vol en gaan naar binnen om te betalen. Ook dat verloopt niet vlekkeloos, Litouwen gaat pas in 2015 over op de euro en werkt nu nog met Litas en die hebben we nog niet gehaald. Het wordt een beetje spannend als de bankkaart van Ronnie niet wordt geaccepteerd. Gelukkig pikt het apparaat mijn credit card wel. We komen om even na tweeën aan in Vilnius en terwijl de TomTom ons door de straten leidt, zien we dat de herfstkleuren nu toch echt enigszins beginnen te komen. Het is hier ook iets frisser, meer dan 13 graden zal het niet zijn. We parkeren met enige moeite voor het hotel, checken in en horen dan dat we ook op het terrein zelf kunnen parkeren. We installeren ons even op onze kamer op de derde verdieping en gaan dan lopend de stad in. De naam van het City Gate Hotel geeft al aan dat we aan de poort van de oude stad zitten, daar had ik hem ook op uitgekozen. Als we onder de poort door lopen zie we weer een straat met allemaal mooie gerestaureerde gebouwen. Veel ervan zijn hotels, restaurants of (souvenir)winkels. Maar ook kerken en het stadhuis. We zijn op zoek naar het KGB-museum, dat eigenlijk The museum of occupation heet. De taal in Litouwen probeer ik maar niet eens te begrijpen, in Zweden kon ik er nog wat mee, in Rusland kwam ik ook wel een eindje nadat ik de cyrillische letters had omgezet, maar in de Baltische staten is het gewoon maar gokken wat ergens staat. Alhoewel, Restauran, restaurang of restarans is nog wel te begrijpen. Maar daar houdt het wel op.
Via het plein waar de grote kathedraal aan staat komen we in wat de winkelstraat van Vilnius lijkt te zijn. Het is hier erg druk, vanwege de markt die zich aan beide zijden van de straat zo'n kilometer doorgaat. Souvenirs, maar ook zaken voor de lokale bevolking en wat aardig is, ook heel veel standjes met eten, dat vaak op bijzondere wijze wordt bereid. We bereiken het museum. Op de muren staan de namen van de mensen die hier zijn vermoord. Naast het gebouw staat een monument ter nagedachtenis aan iedereen die het slachtoffer is geworden van de bezetting. Binnen kopen we kaartjes, ook voor de camera's. De prijzen zijn erg laag. In de kamers op de begane grond en de eerste verdieping wordt heel veel, echt heel veel, tentoongesteld en beschreven. We raken al snel het overzicht kwijt. De nazi's hebben voor veel ellende gezorgd, maar de Russen legden hen geen strobreed in de weg, ze hadden zelfs een geheime overeenkomst. Na de oorlog was de Sovjet Unie de bezetter en werden de mensen op basis van hun verdachte gedrag afgeluisterd, opgepakt, in cellen gestopt, gemarteld en zelfs doodgeschoten. Beneden in de kelder vinden we die cellen. De omstandigheden waren niet best, we zien een kleine kamer waar men met een man of twintig in werd opgesloten. Ook zien we isoleercellen, sommige geluiddicht en voorzien van een dwangbuis. Er zijn isoleercellen met water, dat wil zeggen in het midden van de kamer was een verhoginkje waarop je moest balanceren als je niet in ijskoud water wilde staan. Na de luchtplaats met cellen zonder dak is de laatste kamer die we bezoeken de executiekamer. Hier word je door middel van een video even heel hard met de neus op de feiten gedrukt: er speelt zich een scène af waarin vier mannen na elkaar door het hoofd worden geschoten.
Buiten gaan we even in het park tegenover het museum zitten. Het goede nieuws is dat de Baltische Staten al 23 jaar van het juk van de Sovjet Unie bevrijd zijn. De manier waarop dat in gang is gezet is prachtig: men vormde in 1989 een 600 km lange ketting van hand in hand zingende mensen bij de grens met Rusland. Ook leuk: iemand in het park bedient een radiografisch bestuurbaar vliegtuigje, in de vorm van een stuk gevouwen papier. Blij dat we weer ergens om kunnen glimlachen na dat KGB-museum. Als we door dezelfde straat terug lopen begint het een beetje te regenen. We duiken een McDonald's in voor een snack en koffie en thee. De regen houdt het niet lang vol en we kunnen weer verder naar de kathedraal en de burcht die erachter op een grote heuvel ligt. We beklimmen die en hebben nog net een halfuur voordat de toren die uitzicht biedt over de stad gaat sluiten. Vanaf de heuvel zelf kunnen we wellicht het vuurwerkfestival bekijken dat voor vanavond gepland staat. Eerst gaan we een restaurant zoeken. Het eten smaakt prima. In het donker kijken we bij de kathedraal of we iets van het vuurwerk kunnen zien. Dat blijkt niet het geval, dus keren we terug naar het hotel. Op de muziekzender worden diverse nummers en bijbehorende clips gemixt, heel wazig: je ziet en hoort ABBA, maar daardoorheen ook Jump van Van Halen. En meer van dat soort voorbeelden. Tijd om te gaan slapen.
Zondag 20 september
Om half elf checken we uit en stappen we de auto in voor een van de langere reisdagen. De rit van Vilnius naar Warschau is zo'n 460 kilometer en gaat ongeveer zeven uur duren. Er is volgens de TomTom een kortere route, maar die gaat door Wit-Rusland en daar hebben we en geen navigatie en geen visum voor. Al vrij snel zijn we Vilnius uit en rijden we over 70 km wegen door het laatste stuk van de Baltische Staten van deze reis. Na twee uur rijden is het tijd om de benen te strekken en koffie en thee te drinken bij een tankstation. Het weer is al de hele tijd prima, boven mijn verwachting, ik dacht dat we de lange broeken alweer nodig zouden hebben, maar het is zowaar een graad of 20. Na de weg nummer 132 gaan we over op de 135. Voor het eerst en waarschijnlijk voor het laatst zien we een paard en wagen op de weg. Net na 1 uur 's middags steken we de grens met Polen over, gewoon doorrijdend zonder te stoppen. Een half uurtje later krijgen we echter alsnog een stopsignaal. Ronnie rijdt zachtjes door, maar we moeten toch echt terug voor een paspoort- en rijbewijscontrole. Dat gaat goed, we mogen verder, door Augustow, waar een meer en een sluisje een mooi uitzicht bieden, maar wij houden de vaart erin. De TomTom kan het niet altijd volgen, maar gelukkig wordt Warszawa al aangegeven, nog dik 250 km te gaan. Er staat een mobiele flitser langs de weg in Netta Druga, ik ben benieuwd of ik bij thuiskomst daar iets van ga merken, of misschien gaat dat nog niet zoals met de boetes in Frankrijk, of beter nog, misschien reden we niet te hard.
De TomTom laat ons afslaan naar links terwijl de verkeersborden aangeven dat Warschau rechtdoor is. We vertrouwen op ons apparaat. Het zijn hier voornamelijk tweebaanswegen, waar je wel 100 mag maar doordat je meestal achter een vrachtwagen rijdt en het best druk is voor een zondag, schiet het niet heel hard op. De schaarse stukken snelweg zijn ook van korte duur. Pas vlak voor Warschau wordt het meerbaans. Maar even later staan we toch regelmatig stil. Op de ringweg is men aan het bouwen, waardoor onze afslag niet beschikbaar is. Maar dat is toch wel het voordeel van de technologie van tegenwoordig, vroeger ging je dan in paniek de volgende route zoeken, nu doet dat apparaatje dat allemaal voor je. Je bent hoogstens iets later op je plek van bestemming, in ons geval het Metropol hotel aan het Rondo Drnowskiego in hartje Warschau. We kunnen de auto kwijt op de parkeerplaats van het hotel en lopen naar binnen. Behalve elektronische kamersleutels krijgen we ook wachtwoorden voor de WiFi, voor het eerst deze vakantie tegen betaling. We zitten op de bovenste verdieping, maar hebben geen vrij uitzicht vanwege een enorm reclamedoeleinden dat een groot deel van het hotel bedekt. We lopen een winkelstraat in en omdat het net zachtjes begint te regenen, zoeken we niet ver voor ons avondeten. Het wordt buiten op het overdekt terras van C.K. Oberza. We bestellen een goulashsoep en een hele berg mixed grill voor ons tweeën. Als we dat helemaal hebben weggewerkt moeten we rennen om niet al te nat te worden, het is namelijk harder gaan regenen, gelukkig een zeldzaamheid tijdens deze vakantie. Vanavond blijven we maar op de hotelkamer.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley