Welcome to the jungle
Blijf op de hoogte en volg Ronnie en Eric
17 November 2013 | Ecuador, Baños
Vandaag brengen we met de bus een bezoek aan het kratermeer Cuicocha. We krijgen van Marc twee opties: of een lange wandeling van drie uur, of een boottocht van 25 minuten en wandeling van een uur. Wij kiezen voor het laatste, dan krijgen we waarschijnlijk het beste van beide werelden. We rijden het Nationale Park binnen en stoppen bij het museum, dat dicht is. We komen niet om het museum te bekijken, maar om de mensen af te zetten die de lange wandeltocht gaan doen. Zij gaan tegen de klok in deels rond het kratermeer lopen. Daarna rijden wij nog iets verder door naar de boot. Iedereen krijgt een reddingsvest, het laatste is voor mij, en het is een slecht ding. Maar het gaat er meer om dat je aan de regels voldoet dan dat het echt functioneel is. Ronnie, Franҫois en ik belanden op het voorste bankje, wat voor het vastleggen van de omgeving natuurlijk geen tegenvaller is. De boot vaart eerst naar het grootste eiland in het meer. Er wonen kleine diertjes op, zoals cavia´s. In het meer, dat op zijn diepst zo´n 180 meter meet, zwemmen geen vissen. Dat komt door het zwavelgehalte. Bovenop de krater zien we een gigantisch huis. Dat is van een heel rijk iemand en staat net buiten het Nationaal Park. Die mensen hebben iedere dag wel een uitzicht om U tegen te zeggen. We varen om het eiland heen en stoppen even bij het kleinere eiland, wat eigenlijk het schiereiland van het grote eiland is, omdat er een vrij ondiepe connectie is tussen die twee. Het water is kraakhelder, je kunt de algen prachtig door het water zien bewegen. Maar zoals gezegd dus geen vis. Waarom de grote groep witte reigers dan in het riet aan de waterkant zitten is me een raadsel. We varen door het riet, langs een paar huisjes. Het eiland was vroeger wel bewoond, maar dat is op een gegeven moment verboden. Nu mogen biologen nog wel eens mondjesmaat in die huisjes verblijven, voor onderzoek. Marc wijst ons een blauw Mariabeeldje aan, dat op het kleine eiland staat. Als we tussen beide eilanden doorgevaren zijn, komt het eindpunt van deze mooie boottocht in zicht. Terug bij de aanlegplaats krijgen we een drankje dat we zelf kunnen aanvullen met alcohol. Ik drink de mijne puur.
Na enige tijd stappen we op de bus en gaan we terug naar het punt waar de anderen eerder al zijn uitgestapt voor de grote wandeling. Wij lopen dezelfde route, maar dan een stuk korter. Het begint vrij stijl. Op een paar plekken zijn een zonnekalender en maankalender aangebracht op de grond. Ze bestaan uit cirkels met opstaande stenen. Behalve uitzichten over het meer kunnen we ook de naastgelegen vallei mooi bekijken. We zien allerlei verschillende orchideeën, en andere bloemen en planten, en komen ook een paar vlinders tegen. Dan zien we in de verte de andere wandelaars terugkomen. Een goed moment om zelf ook aan de terugweg te beginnen. Zij hebben van verder boven prachtig zicht gehad op het meer. Beneden is het tijd voor een sanitaire stop, maar alles zit dicht, ondanks dat het weekend is en mooi weer. Dan loop ik maar weer even richting de boot, daar waren ook toiletten. Teruggekomen zie ik dat bij de ingang van park ook toiletten zijn, dat was een stuk korter lopen geweest. Als iedereen weer de blaas heeft geleegd, rijdt de bus naar Cotacachi, een dorp waar heel veel met leer wordt gewerkt en waar veel kleine winkeltjes zijn waar je jassen, en schoenen en riemen kunt kopen.
Maar eerst gaan we lunchen, na die wandeling gaat een goeie maaltijd er wel in. Toon bestelt een Cuy (cavia), dat erg lastig te eten blijkt, een hoop gepiel voor weinig vlees. Ik heb ook een stukje geproefd, niet slecht. We kopen niks in de winkeltjes, maar vinden wel weer een mooi pleintje. Heel veel tijd hebben we daar niet, want er volgt nog een busreis van 2,5 uur terug naar ons 'oude' hotel in Quito. Een deel van de groep zit in de bus al snel te slapen. In Quito gaan we langs een farmacia (apotheek), waar ik Cataflam koop in verband met mijn slijmbeursontsteking in de schouder. Ik heb daar al last van zins we uit het vliegtuig zijn gestapt. Maar gelukkig is het niet mijn camera-arm, en heeft het verder ook geen belemmering gevormd. Het slaapt alleen niet zo lekker. Franҫois en Marleen hebben de mooiste kamer van het hotel, dat hier wellicht als presidential suite aangemerkt zou kunnen worden, zeker in vergelijking met de andere kamers. Omdat het hotel vol is, moet Marc in een ander hotel in de buurt slapen. 's Avonds eten we Mexicaans. Vergeleken met de eerdere avondmaaltijden eten we op tijd, omdat we morgen om 6.00 uur moeten ontbijten, vanwege de lange bustocht naar de jungle. De avond in het hotel wordt ietwat verstoord als een groep jonge Amerikaanse meiden hun hotelkamers betrekken. Ze zijn vrij luidruchtig en aangezien de muren niet erg geluiddempend zijn, kunnen we hele conversaties volgen. Die bestaan vooral uit het woordje ‘like’. Ik tel een tijdje hoe vaak ze dat woord in een in zin gebruiken, maar raak al gauw de tel kwijt. Maar het zal zeker zo’n drie à vier keer per zin zijn. Ik pak ze nog wel terug, zodra ik lig te slapen.
Maandag 11 november
Als de meisjes nog niet wakker zijn gehouden van mijn gesnurk, dan zullen we ze wel wekken met ons vroege vertrek. Voor het ontbijt om 6.30 uur brengen we de koffers al naar de bus. Met een gevulde maag nemen we zelf ook plaats voor een lange reisdag. Door een mooi landschap via een pas op 4064 meter (persoonlijk hoogterecord) rijden we naar de hooglanden van Papallacta. Eerst maken we een korte wandeling langs een riviertje met veel dichte bebossing eromheen, daarna bezoeken we de thermale baden van Papallacta. Even omkleden, douchen en dan het lekkere warme water in. Maar niet voor een bezoekje aan het dompelbad met erg koud water. Erg verkwikkend! Er zijn ook een paar baden met nog heter water, maar daar hebben sommigen de tenen al enigszins aan verbrand, dus die laten we maar achterwege. Het is heerlijk relaxend, en ook nog eens goed voor mijn schouder. We badderen tot kwart voor twaalf, daarna rijden we verder naar onze lunchplek. Een reis van Quito naar het oostelijk gelegen Tena betekende tot 1968 nog een lange looproute met muilezel. Wij doen dat gelukkig in uren. We stoppen even voor een foto van drie watervallen, Las Tres Marias. Even later lunchen we bij Gina in Baeza, een dorp dat is gesticht door de Spanjaarden in 1550. De meesten eten truche al ajillo, forel in knoflooksaus in het Nederlands. Ik heb Marc nog niet kunnen betrappen op een slechte suggestie voor een maaltijd.
Door het Nationale Park Sumaco rijden we de Oriente, het oostelijk deel van Ecuador binnen. In Archidona in de provincie Napo moeten we tanken en slaan we wat snacks en drinken in. De provincies in Ecuador zijn veelal genoemd naar de belangrijkste dingen die daar in de natuur te vinden zijn. Zo hadden we al Cotapaxi, naar de vulkaan, en nu Napo, naar de grote rivier die er stroomt. Net voorbij Tena rijden we over ene nieuwe brug de Napo rivier over en volgen die dan verder over een grindweg naar een gehuchtje genaamd San Pedro. Daar wachten op twee lange kano's met buitenboordmotor op ons, tenminste dat is de bedoeling. We hebben onze stinkende best gedaan om daar op tijd te zijn, maar van de kano´s nog geen spoor. Marc belt er achteraan en gelukkig komen ze niet na niet al te veel tijd alsnog aanvaren. We gooien onze beperkte bagage, een rugzak en eventueel nog een extra tas, in de kano´s en nemen dan zelf plaats. We varen een stukje over de Rio Napo, vervolgens de zijrivier de Chontayacu. Hier volgen we verschillende geulen, want het water staat erg laag. Het is nog niet zo erg dat we moeten lopen, maar soms moeten de buitenboordmotoren wel even stilgezet en uit het water gehaald worden, omdat die anders de grond zouden raken. We worden met een traditioneel drankje - onder andere vruchtbaarheidbevorderend - welkom geheten door het team van Yacuma eco-lodge. We eten om zeven uur, weer vis. Ronnie is geen viseter, en staat een beetje voor een voldongen feit, maar kan gelukkig alsnog een vegetarische maaltijd krijgen. Daarna drinken we nog wat. Bij het gebrek aan sprite neem ik een Inca Kola, een frisdrank die behoorlijk zoet is en naar kauwgum ruikt. Tegen halftien gaan we naar bed en om tien uur gaat in het hele kamp het licht uit.
Dinsdag 12 november
We hoeven pas om acht uur te ontbijten, maar ik ben alweer om zes uur op. Ik besluit een beetje rond te gaan lopen met de camera en buiten op de veranda te gaan zitten tot iedereen beetje bij beetje naar buiten komt. Alhoewel ik net heb gedoucht, zit ik nu alweer te zweten. De luchtvochtigheid is hier heel hoog en het is al snel warm. De kok zet ons een lekker ontbijt voor met gebakken ei of roerei. We krijgen rubberen laarzen uitgereikt, die we vandaag en morgen nodig hebben. Gelukkig hebben ze ook echte grote maten. Hierna gaan we echt de jungle in. Eerst secundair regenwoud, wat wil zeggen dat het al eens gekapt is. Je zou het niet zeggen, we moeten op de slingerende route regelmatig bukken. Ook zijn er wat stevige klauterpartijen en steile afdalingen. Een van die afdalingen is iets te glad voor Chantal. Zij glijdt uit en decoreert haar broek met modder. Daarna komen we in de echt ongerepte natuur. Bartolomeo, onze gids, is in de 60, heeft de eco-lodge zelf opgebouwd, is burgemeester geweest van een naburig dorpje en is ook sjamaan (medicijnman). Hij laat ons zien wat de natuur allemaal voor handige dingen heeft te bieden. Marc vertaalt alles. We maken kennis met drakenbloed, een sap dat uit een boom wordt gewonnen en wat te gebruiken is tegen jeuk, maar ook bij maagproblemen. Er is ook een boomvrucht met stekeltjes, die als kam gebruikt kan worden. We zijn blij dat het niet regent, want het is nu al voor sommigen een moeilijk begaanbaar pad. Anders zou het echt glibberen en glijden worden. Maar nat worden we sowieso wel, je kunt geen stap zetten zonder te zweten. Onze groep is met achttien personen eigenlijk te groot, maar er is maar een gids, die voorop loopt. Marco, onze buschauffeur sluit de rij. En er wordt te veel gepraat om alleen oerwoudgeluiden te horen. We komen ook nauwelijks dieren tegen, die zijn allang naar meer afgelegen oorden gevlucht. Maar niet getreurd, wat we wel zien zijn vogels, vlinders en parasolmieren. Na drie uur lopen komen we terug bij de lodge en kunnen we lunchen.
's Middags staat een bezoekje aan Bartolomeo's familie op het programma. Onderweg lopen we langs een aantal 'akkers'. Ze zien er niet als zodanig uit, maar er wordt wel degelijk wat verbouwd, cacao, tagua, banaan, en nog veel meer. Dan komen we aan bij een vrij groot huis op palen. Kleine kinderen kijken ons van een afstand aan, anderen komen dichterbij. Bartolomeo’s vrouw demonstreert hoe keramiek wordt gemaakt en we kunnen kijken hoe vaardig we zijn met de blaaspijp. Dit levert naast hilarische missers ook drie treffers op, van François, Wim en Henk. Geen diploma's deze keer. Als we weer bij de lodge terugkomen, duiden medewerkers van de lodge op de aanwezigheid van een boa constrictor. Die schijnt hier te wonen en eens in de paar dagen langs te komen. Voordat de crew hem verplaatst, kunnen we met hem om de nek op de foto. Dat laten we ons geen twee keer zeggen. Dan is het tijd om te vertrekken, zowel voor de boa als voor ons. Wij sluiten de middag namelijk af met tubing, een beetje dobberen op een binnenband op de Napo rivier. Welcome to the jungle, we've got fun and games... Er zijn hier en daar wat stroomversnellingen, dus af en toe gaan we wat sneller maar voor de rest is het vooral relaxend afvaren naar het eindpunt. Marthy en Gabi en Marc varen mee in een van de kano's, Ronnie heeft zijn camera aan Marthy gegeven, zij maakt foto's. Aan alles komt echter een eind, dus ook aan dit stukje vertier. Wie op tijd naar de kant peddelt, komt netjes bij de kano aan, wie nog midden op het water in een stroomversnelling zit, heeft geen schijn van kans en moet door een van de begeleidende kano's worden opgepikt. De laatste die komt aandobberen is Toon, hij is het moeilijkst weer binnen boord te halen. Een heel stuk verderop aan de andere oever kan hij dan toch in de kano plaatsnemen. Als we terugvaren komen we toch nog met dieren uit de jungle in aanraking, namelijk zandvliegjes. Wie hierdoor gebeten wordt, kan naast de plekken waar hij gebeten is nog op veel meer plekken bultjes of bulten verwachten. Als je pech hebt jeuken ze ook nog. Het duurt een week of twee a drie voordat je lichaam alles weer heeft weggewerkt. Ik ben wel gestoken, maar heb gelukkig geen last van jeuk. Andere hebben minder geluk, bij een allergische reactie worden het hele grote plekken. Het laatste stuk van de kanotocht genieten we van een prachtige laag hangende zon.
Terug bij de lodge nemen we een welverdiend drankje. Douchen voor het avondeten heeft geen zin, het water is trouwens erg koud, maar dat houdt het gebruik van het water ook efficiënt. Na een heerlijke maaltijd en talloze verhalen over en weer gaan we rond het kampvuur zitten. We mogen niet naar de receptie, want dat vindt de boa blijkbaar een mooie plekje om naast de deur te hangen. Het is tijd voor een dank- en afscheidswoord van manager Leonardo en van Bartolomeo. Die zingt vervolgens drie liedjes voor ons, eerst in Cichua taal, daarna in het Spaans. Hij wil graag ook wat Nederlandse liedjes van de groep horen, maar dan blijft het van onze kant akelig en beschamend stil. Excuses daarvoor, Bartolomeo! Uiteindelijk gaat iedereen druppelsgewijs terug naar zijn kamer en laten we het oerwoud weer tijdelijk aan de oorspronkelijke bewoners. Nou ja, bijna dan, er zijn een paar snurkers onder ons...
Woensdag 13 november
Het heeft een groot deel van de nacht geregend en geonweerd. Dat heeft zo zijn voordelen, maar ook zijn nadelen. Bij sommigen is het regenwater door het dak gekomen en in bed beland. Zo ook bij François en Marleen en bij Chantal. Het grote voordeel is dat het water enorm is gestegen en we niet, zoals gistermiddag, eerst een stuk met de laarzen aan hoeven te lopen voordat we de kano's in kunnen. Scheelt weer een hoop gesjouw. De rivier is niet alleen dieper maar ook bruiner, en de stroming is een stuk sneller. We moeten het laatste stuk tegen de stroom in en dan moet de hoek goed gekozen worden, ander kan de kano omslaan. Dit heeft Marc echter nog nooit meegemaakt en ook nu is dat niet het geval. Eenmaal op de oever nemen we definitief afscheid van de crew en stappen we aan boord van de bus. Eerst volgen twee uren over de grindweg, daarna kunnen we verder over asfalt terug naar Tena. Vervolgens kiezen we een nieuwe route, naar Puyo. Onderweg stoppen we voor een winkeltje om wat lekkers te eten en te drinken te kopen. Het winkeltje dat Marc normaal gesproken aandoet is dicht, gelukkig is een ander wel open. Daar rekent de verkoopster een dollar voor een flesje water, terwijl ze er maar 65 cent voor mag vragen. Waarschijnlijk heeft ze ons ook te veel laten betalen. Marc zegt dat dat direct de laatste keer is dat hij dat winkeltje aandoet.
In Puyo stoppen we bij een hotel voor een lunch met sandwiches en patat op het terras. Voor we de stad uitrijden gaan we eerst nog langs een apotheek voor een middeltje tegen de jeuk van die zandvliegen voor een aantal mensen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om een extra stripje Cataflam te kopen (zonder recept, ik hoef alleen maar te zeggen hoeveel tabletten ik wil hebben), voor mijn schouder. Ik heb die schouder de komende dagen wel nodig, onder andere tijdens het raften, een van de optionele activiteiten die voor ons op het programma staan. Gelukkig gaat het steeds beter. Ook wordt binnen de groep drakenbloed gekocht. Dan rijden we verder richting Baños. Onderweg komen we door Shell, een dorpje met een vliegveld, dat ooit door Shell is aangelegd omdat ze in de regio op zoek wilden naar olie. Ze zijn onverrichter zake weer weggegaan. Later is er alsnog olie gevonden, maar dus niet door Shell. We stoppen even later aan de kant van de weg om van het uitzicht op de canyon te genieten. We zien enkele zwarte gieren gebruik maken van de thermiek. Het volgende uitstapje is de Duivelsketel, een waterval. We lopen naar beneden. Dan kunnen we weer een stukje omhoog tot we een platform bereiken. We kunnen nog verder omhoog maar moeten dan wel bukkend en kruipend onder de rotsen door. Dat houdt Ronnie en mij niet tegen en zo komen we steeds dichterbij de waterval. Het laatste stukje is echt even tricky, want hier komen we vlak langs de waterval dus droog blijven is er niet bij. Daar hadden we al op gerekend, dus de regenjas kan zijn werk weer doen. Zo komen we wel bij het eindpunt, direct achter/onder de waterval. Inzoomend met de camera zie ik een verdronken koe of een varken in het water drijven, ingesloten tussen een rots en een omgevallen boomstam. Verder beneden kunnen we nog een kijkje nemen vanaf een hangbrug. Dan zullen we toch weer omhoog moeten, een zware bevalling. Waren we eerst doorweekt vanwege de waterval, nu van het zweet. Boven wachten ons enkele souvenirshops. We kopen beiden toekans van balsahout, heel licht spul. De toekan die Ronnie koopt is natuurlijk wel weer enorm groot. Maar dat past goed tussen de andere grote souvenirs van eerdere reizen.
We zitten maar kort in de bus voordat we aankomen bij de verrassing waar Marc het gisteren over had, namelijk een kabel gespannen over de canyon, met een bakje eraan, waar acht personen in kunnen. Zo'n 150 meter breed en 105 meter hoog. Geen zekeringen of wat dan ook, wel een vrachtwagenmotor die het bakje aan de overkant brengt, naar twee watervallen, en terug. Ik vind het zo leuk, dat ik twee keer ga. Het kost ook maar een dollar per keer. Het laatste stuk van de rit is nog zo'n 20 minuten naar Baños, een echt toeristenstadje, met 18.000 inwoners en 160 hotels en een hele hoop winkeltjes. Voor we maar ons hotel gaan, brengen we een bezoekje aan een winkeltje waar taguanoten worden verwerkt tot beeldjes en sieraden. We krijgen een demonstratie en kopen allebei een beeldje. Daarnaast is een snoepwinkeltje met typisch Ecuadoriaans snoepgoed. De laatste stop betreft een pinautomaat. Er moet even diep in de buidel gelast worden, want wie wil, kan de komende dagen allemaal leuke activiteiten doen. Maar eerst naar hotel Monte Selva (Monte betekent berg en Salva jungle). We zijn inmiddels weer van 300 naar 1900 meter gestegen. We kunnen gelukkig weer douchen met warm water, en ook niet onbelangrijk, de was wegbrengen. Dat stinkt een uur in de wind. We krijgen bezoek van de plaatselijke agent voor die activiteiten. Wij kiezen voor raften en canyoning. En we gaan morgenavond of overmorgenavond in een feestbus de berg op om de nabijgelegen actieve vulkaan te bekijken. Op dit moment geldt code oranje, dus als het weer meezit zouden we spektakel kunnen verwachten. Het duurt een uur voordat alles met de plaatselijke agent is geregeld en betaald. Daarna kunnen we genieten van een lekkere Italiaanse maaltijd in restaurant Parradelle, met ietwat luide live muziek met panfluit, gitaar en trom. Er worden veel pizza’s en pasta’s besteld. Ik neem als enige een grande pizza en krijg hem nog helemaal op ook. Maar het is dan ook al negen uur. Bij het afrekenen gaat er iets mis, het meisje dat ons heeft bediend komt 13 dollar te kort. Ronnie en Marleen nemen dat voor hun rekening, moeten we later maar eens kijken wie niet heeft betaald.
Donderdag 14 november
Ondanks dat het een dag is voor uitslapen, zitten de meesten toch alweer op tijd aan het ontbijt. We gaan met dertien man raften, dus moeten we wel een beetje energie opslaan. We worden opgehaald met een busje met twee boten op elkaar gestapeld en een kano er bovenop. Bij het kantoortje van de organisator komen er nog wat spullen bij in grote zakken, die wij gekscherend lijkzakken noemen. We rijden Baños uit, richting de Duivelsketel en stoppen in een ander plaatsje bij een zaakje dat als restaurant dienst doet. Hier worden de bestellingen voor de lunch doorgegeven. Dan gaan we weer verder, nog een aardig eind rijden tot het beginpunt van onze boottocht. Alles wordt van de bus afgehaald, de rafts worden nog een keer opgepompt en wij krijgen wetsuits, schoenen en helmen uitgereikt. Terwijl de eigenaar van de grond waar we staan met machete en al verhaal komt halen (blijkbaar wil hij 20 dollar voor het feit dat we zijn grond gebruiken), krijgen we instructies over hoe te varen. Instructies over vooruit, achteruit, allemaal in de boot, enz. Het echte werk begint als we de boten in het water leggen gaan zitten. Een voet vastgeklemd en de andere vrij. En dan, peddelen maar!
We beginnen achteruit, de gids achterin de boot peddelt niet, maar gebruikt zijn peddel om te sturen. En roept ons toe als we vooruit of achteruit moeten peddelen. Dat gaat nog niet echt gesynchroniseerd, dus roepen Ronnie en ik steeds 1-2-1-2. Dat helpt al iets. Eruitzien als ervaren rafters doen we echter nog niet. Maar het is erg leuk om te doen. De gids loodst ons steeds naar wat wildere stukjes in de rivier en af en toe komen we een echte joekel van een golf tegen, zodat het water in en over de boot slaat. Niemand heeft de boot nog tegen zijn wil in verlaten. In de ander boot daarentegen zien we een paar keer iemand overboord gaan. Dat blijkt achteraf deels op aangeven van de gids te zijn geweest, maar ook een keer onvrijwillig. Iedere keer wordt de drenkeling dan aan de reddingsvest weer de boot in gehesen, en gaat het peddelen weer door richting de volgende stroomversnelling. De gidsen maken ondertussen foto’s van onze inspanningen. En tussen het peddelen door genieten we van de natuur in de canyon. Na een uur varen en zo’n 20 kilometer stroomafwaarts bereiken we het eindpunt van onze cursus rafting voor beginners. Het was erg leuk, een volgende keer zullen we het zeker weer doen, en dan mogelijk nog een iets wildere rivier. Maar voor een eerste keer was dit prima. We kleden ons snel om, de zandvliegjes zitten ook hier met water in de mond op ons blote vlees te azen. We worden teruggereden naar de plek waar we gaan lunchen. Onderweg zien we dat we het dorpje Shell voorbij zijn gevaren, en ook de plek waar we gisteren foto’s hebben gemaakt van de canyon passeren we opnieuw. We stoppen bij het armoedige restaurantje waar we eerder de bestelling hebben doorgegeven. De term lunch klopt in de zin dat we iets te eten geserveerd krijgen, maar het smaakt niet echt en is bovendien al koud als het op tafel komt. Maar we hebben wel trek gekregen van onze noeste arbeid op de rivier, dus eten we het in ieder geval maar op. Na nog een halfuur of zo in het busje worden we weer bij het hotel afgezet. Even douchen en dan Baños verkennen. Er is zoals in alle plaatsen die we zijn tegengekomen een aantal pleinen, waarvan aan eentje de belangrijke gebouwen staan, zoals een kerk en het stadhuis. Zo ook hier. Maar wat we vooral zien zijn winkeltjes, hotels en hier en daar bars voor de grote drommen toeristen die hier naartoe komen. We gaan op zoek naar een leuk T-shirt, maar vinden er geen. Terug in het hotel gaan we eindelijk even relaxen, wat betekent dat Ronnie op de laptop met de foto’s aan de gang gaat.
Marc heeft gevraagd of een deel van de groep om 6 uur aanwezig wil zijn bij de receptie om te kijken of we vanavond of morgenavond gaan proberen de Tungurahua vulkaan te zien. Hoewel het enigszins bewolkt is besluiten we toch vanavond te gaan, ook omdat we op zaterdag erg vroeg op moeten. Voordat we de berg opgaan moet eerst de inwendige mensen verwend worden. We eten vanavond bij El Calderon, en zijn op een enkele lokale gast de enigen. Geen muziek deze keer. We zien nog wel iemand langs lopen, die ook eventjes onze kant op kijkt, maar die loopt toch door. Aangezien het allemaal om een vulkaan gaat hier, is het wel geinig dat ze een stuk vlees op een lavasteen serveren. Gevolg is wel dat als je het vlees te lang laat liggen, het van medium naar well done verschuift. Na het avondmaal lopen we terug naar het hotel om ons een beetje warm te kleden, aangezien we in een open feestbus de berg op zullen gaan. De bedoeling is dat dat om halftien zal starten, maar vlak daarvoor wordt gebeld dat het niet lukt, er schijnt een mankement te zijn aan de bus. De organisator zegt tegen Marc dat die maar even moet doorgeven aan ons dat we wel morgen kunnen. Maar dat komt ons dus niet goed uit. Marc zegt dat hij maar even aan de groep moet uitleggen wat er aan de hand is, het is zijn handel. Iets later komt er toch een feestbus, die de organisator bij een concullega heeft geregeld. We rijden in de mist omhoog, tot we boven de wolken uitkomen. Het lijkt even mee te vallen met het zicht op de vulkaan, maar we krijgen hem toch niet te zien, het zit tussen onze plek van bestemming en de vulkaan potdicht. Als de ingehuurde gids verhalen begint af te steken als ´Hier zie je de vulkaan´, komt Marc door de slappe lach niet meer aan vertalen toe. Is ook nergens voor nodig, er valt niets te zien dus ook niets uit te leggen. We krijgen nog wel een drankje, ook hier kun je zelf alcohol toevoegen. Even later gaat de beste jongen op zoek naar hout voor een kampvuur. Het amateurisme druipt er vanaf. Een stukje verderop bij de ingang van een camping liggen inderdaad takken, maar die zijn nat. Hij probeert het met lucifers, maar dat wordt niks. De chauffeur heeft een ander idee, en hevelt wat diesel uit de feestbus over in een jerrycan. Als hij het over het hout gooit, doen wij een aantal stappen terug. Het wil nog niet erg branden, dus komen er nog wat kranten bij. Als het een beetje aanwakkert, gooit de chauffeur er weer diesel overheen. Dat heeft wel effect. We liggen nog steeds in een deuk om hun aanpak. Gelukkig heb ik de videocamera aanstaan. Als dit de film niet haalt… We houden het uiteindelijk voor gezien, de chauffeur en de gids doen een halfslachtige poging het vuur een beetje te doven, maar ook niet meer dan dat en dan beginnen we aan de afdaling. Ook hier hilariteit alom als de bus stopt en de gids naar beneden wijst en zegt ´Hieronder kun je Baños zien´. Ja, tussen de enorme flarden bewolking door. Hierna is de gids niet meer bij ons geweest. We komen heelhuids weer beneden en duiken in het hotel snel het bed in. Dat we de vulkaan niet hebben gezien is ruimschoots goedgemaakt door de komische opvoering van vanavond.
Vrijdag 15 november
Het is enigszins uitslapen, we eten pas rond halfnegen omdat we niet eerder dan om negen uur worden opgehaald voor onze eerste canyoning ervaring. Net als gisteren met het raften komt het niet in de organisatie op om eerst de spullen op het busje te laden en pas daarna bij ons langs te gaan. Dus wachten we bij het kantoortje tot ze de zakken met helmen, wetsuits, en dergelijke op het busje hebben geladen. Op onze vraag hoe lang de rit duurt antwoorden ze 30 minuten. Niets bijzonders tot zover. Maar dan komt een van de drie gidsen tot de ontdekking dat ze de schoenen zijn vergeten en vragen ze of we onze eigen zullen gebruiken. Dat dacht ik niet, we hebben daar geen geschikt spul voor aan. Ze regelen het maar. Dat heeft wat voeten in de aarde, er wordt flink gebeld. Geen probleem, zeggen ze, ze zijn er wel als we op ons startpunt zijn. Ja ja, eerst zien, dan geloven. Gezien onze lunchervaring geven we aan dat we die wel overslaan. Dat vinden ze wat raar, maar laten het erbij. Als we in plaats van in 30 minuten na anderhalf uur aankomen op dat startpunt is er nog geen spoor van de schoenen. Op een gegeven moment komt er een taxi aanrijden en op de achterbank liggen inderdaad onze schoenen. De maten kloppen ook nog. Alles moet aan, wetsuits, tuigjes, schoenen, en helmen op. Het wordt allemaal strak om onze lijven getrokken, wat het iets lastiger maakt om te ademen. Het eerste stuk moeten we omhoog lopen. Dan gaan we richting een kloofje.
Eerst worden we ´gedoopt´, even helemaal ondergedompeld, dat moet voordat we aan het canyoning kunnen beginnen. De eerste hindernis is een sprong van een meter of drie. We moeten onze armen strak tegen onze reddingsvesten aanhouden en dan bij het springen een bommetje maken, zeker niet met gestrekte benen springen, want dan raken we de bodem. Die is maar een meter onder het wateroppervlak, zeggen de gidsen. Ik ben niet de enige die ondanks het bommetje met zijn achterwerk in aanraking komt met de keien onder het water. Maar ernstig is het niet. De volgende sprong is een tandje meer, namelijk ongeveer negen meter! Dat is wel een aardige leap of faith, want we moeten de gidsen maar vertrouwen dat het allemaal diep genoeg is. Ronnie en Wim zijn al veilig het water weer uit als vlak voor mij William springt. Hij komt niet goed in het water terecht en klaagt over een pijnlijke rug. We moeten nog wel verder. Dan mag ik springen. Armen weer tegen het reddingsvest, een stuk vooruit springen en een bommetje maken. Gelukkig raak ik de bodem niet en heb ik geen problemen als ik weer aan het oppervlak verschijn. We moeten een stukje omhoog klimmen en op de richel van een rots wachten tot alle zeven deelnemers er zijn. Het is dan al erg druk op die richel. Vervolgens wordt een touw gespannen tussen die rots en een punt een eind naar beneden. We gaan nu blijkbaar tokkelen. Dat gaat bij de meesten heel gemakkelijk, een enkeling blijft halverwege steken, maar komt toch beneden. Verderop gaan we al abseilend een meter of 25 direct naast een waterval naar beneden. Ook dat gaat bijna vlekkeloos. De gidsen geinen wel regelmatig, maar hebben toch zeker onze veiligheid in het vizier. Het moeilijkste en gevaarlijkste werk hebben we nu wel gehad, er volgen nog een paar leuke sprongetjes, waarbij we ook een paar keer enigszins plat voorover in het water moeten springen. Dat is een specialiteit van mij, en blijkbaar komisch om te zien. We kruipen achter een watervalletje op een richel en duiken dan onder de waterval door. Dan merk je wel hoeveel water en naar beneden komt, dat drukt flink op je rug. Bij de laatste waterval moeten we achterstevoren gaan zitten en worden we aan onze benen onderstboven in de waterval gehangen. Vervolgens laat de gids los en ga je kopje onder. Franҫois doet dat erg komisch, je ziet twee voeten boven het water uitsteken, alvorens hij ongeschonden weer boven komt. Nog een laatste sprong en een groepsfoto en dan is het uit met de pret. We lopen via een forellenkwekerij naar het busje terug, kleden ons om in het restaurantje waar we anders gegeten zouden hebben en rijden dan terug naar Baños. Flink vermoeid worden we afgezet bij het kantoortje.
Wij lopen door naar Blah Blah, een klein eetcafeetje, waar we heerlijke broodjes bestellen en lekkere milkshakes. Net als gisteren regelen Ronnie en ik dat de foto´s van de gidsen op een cd komen. Nu zijn het echter zo veel foto´s dat het niet lukt om zowel de foto´s van de gidsen als die van Ronnie op een enkele cd te krijgen. Daar moeten we dus nog wat op verzinnen, maar dat zal wel goed komen voor het eind van de vakantie. We kijken nog even in de winkelstraat rond of we een mooi T-shirt kunnen scoren, maar helaas. In het hotel gaan we bij de anderen zitten, beetje lezen, beetje kletsen. Om zeven uur vertrekken we naar Mariane, een Frans restaurant, met een echte Franse kok genaamd Michel, die hier is getrouwd en een zaak heeft opgebouwd. Raar om ineens Frans te praten als we bestellen. Michel spreekt Frans en Spaans door elkaar heen. Het eten is er niet minder om. Het enige punt is dat ik zo ongeveer boven mijn eten zit te slapen, zo moe ben ik. En dan is het ook nog de bedoeling dat ik vanavond het tweede deel van ons reisverslag afmaak. Zodra ik in het hotel het bed raak zijn de plannen helemaal gewijzigd, van schrijven komt niets meer. Dat moet dan morgen maar.
-
17 November 2013 - 11:59
Hermien Oosterhof:
Wat leuk om weer eens van jullie avonturen te kunnen lezen en van de mooie foto's te genieten, begrijp dat Franqois en Marleen ook weer mee zijn echte wereld reizigers, mijn jongste zoon was ook al eens in Equator voor mij even geen reizen helaas ben net 14 dagen terug verhuist naar Arnhem ga eerst hier maar eens vd Nederlandse schoonheid genieten, groetjes aan de mensen die mij kennen Hermien. -
17 November 2013 - 16:15
Pieternel:
Wat een spannende vakantie. Die zou voor mij iets te heftig zijn maar ik geniet wel van jullie verhalen en foto's. Geniet er verder van. gr. Pieternel -
17 November 2013 - 16:18
Fenny:
Hallo Ronnie,Erik,Marleen,Francois en Chantal
Fijn, dat jullie het zo leuk hebben.
Weer heel iets anders dan Zuidelijk Afrika.
De verslagen zijn boeiend om te lezen en de foto's zien er weer prachtig uit.
Het is een mooi land zo te zien.
Geniet er nog even van.
Groetjes, Fenny -
17 November 2013 - 16:24
Ed Schouten:
Dit is inderdaad toch ook wel een heel mooie reis, wel heel anders dan Afrika. Ik zal dit toevoegen aan mijn lijstje to do. Geniet verder van jullie vakantie gr Ed
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley